EN PAARD MAN Geachte redactie, Toen in 1911 aan de landbouwvereniging in mijn geboortestreek, in de Hoekse Waard, door de Centrale Bank te Utrecht een spreker werd aangeboden voor de oprichtingsverga dering van een boerenleenbank werd dit op een vergadering medegedeeld en gevraagd wie het woord hierover verlangde. Daar niemand van de aanwezigen hierover iets te vragen of te zeggen had vroeg de voorzitter degenen, die vóór de komst van de spreker waren op te staan. Niemand ging staan. Daarop vroeg ondergetekende, die ook niet ging staan, maar wel de spreker ver langde (zoals er meerdere geweest zullen zijn), aan de voorzitter een tweede vraag te stellen, nl. of zij, die tegen de komst van de spreker waren, dit te kennen wilden geven door te gaan staan. Op deze vraag bleven weer allen zitten. De spreker kwam en de bank volgde. Boeren/^ewbank was geen aangename klank. Het deed zo denken aan „bank van lening", die in de steden voorkwam. De naam „Boerenleen- en .paarbank" was niet zo af stotend geweest. Men was dan de eerste jaren ook minder schuchter geweest bij het be zoeken van de bank. Als men ging lenen, hetgeen de taak van die bank volgens zijn naam zou zijn, behoorde men vroeger, volgens de algemene mening, niet tot de gegoede klasse. Boerenken- en spaarbank was ook geen passende naam gebleven. Het woord „boeren" niet en ook niet „leen- en spaarbank". De bank is niet alleen van en voor „boeren", maar voor alle standen uit de maatschappij met de agrariër als kern. De bank doet niet alleen aan uitlenen en spaargelden innen, maar alle werkzaamheden, die door het bank wezen gedaan kunnen worden. Dus de naam Boerenken- en spaarbank is te beperkt in naamgeving. Naast de naam bank mag „coöperatieve" niet gemist worden en daartussen kan de naam Raiffeisen een goede plaats innemen. „Raiffeisen" zegt oor sprong, geschiedenis en doelstelling van de bank en wijst ook heen naar de centrale te Utrecht, waar de plaatselijke banken onder ressorteren en die ook die naam draagt. Hoogachtend, G. v. d. Berg Rzn., Oud-bestuurslid Coöp. Raiffeisen bank „Ridderkerk". Geachte redactie, Naar aanleiding van wat er over de bank- naam werd geschreven in de rubriek Man en Paard zou ik graag het volgende willen op merken. De benaming van onze banken schijnt een onderwerp met vele aspecten te zijn. Het is ons een genoegen hieronder twee brieven op te nemendie met verschillende motieven een plei dooi houden voor de naam ,,Coöp. Raiffeisenbank'' 275

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 33