genomen, dat het aantal volwaardige arbeids
krachten varieert van IV2 tot 2 personen,
afhankelijk van het bedrijfstype.
Uitgaande van de voorgaande beschouwin
gen en rekeninghoudende met bepaalde
normen (b.v. ten aanzien van het aantal
koeien, dat per man met een melkmachine
gemolken kan worden) en mede ook aan de
hand van de uitkomsten van bedrijfsboek-
houdingen zal de minimum bedrijfsgrootte
benaderd kunnen worden.
3. Keuze van de te vergroten bedrijven
Uiteraard zal het niet mogelijk zijn alle te
kleine bedrijven te vergroten. Derhalve
zullen, om voor bedrijfsvergroting in aan
merking te komen, de ondernemers aan be
paalde eisen en hun bedrijven aan zekere
normen moeten voldoen. De met de uitvoering
van de ruilverkaveling belaste plaatselijke
commissie zal op grond van de door de cen
trale commissie, aan wie de algemene leiding
is opgedragen, opgestelde richtlijnen een lijst
van gegadigden samen stellen. De centrale
commissie zal een dergelijke lijst dienen goed
te keuren.
Enkele richtlijnen, die gehanteerd moeten
worden, zijn:
a. de bedrijfsvergroting dient op vrijwillige
basis te geschieden. Om tot vergroting te
komen kan geen dwang worden uitge
oefend, terwijl men ook geen recht op
vergroting kan doen gelden;
b. het te vergroten bedrijf moet een bepaalde
oppervlakte hebben;
c. het bedrijfshoofd zal zijn hoofdbestaan
moeten hebben in de landbouw. Is dit niet
het geval, dan komt het desbetreffende
bedrijf niet voor vergroting in aanmer
king. Voorzover de benodigde grond be
schikbaar is kunnen grondgebruikers met
een nevenberoep buiten de landbouw voor
bedrijfsvergroting in aanmerking komen,
onder voorwaarde, dat het nevenberoep
wordt opgegeven. Bovendien zullen zij
aan de overige te stellen eisen moeten
voldoen;
d. het bedrijfshoofd en zijn opvolger moeten
goede boeren of tuinders zijn en in staat
worden geacht het nieuwe bedrijf op
doelmatige en verantwoorde wijze te
exploiteren;
e. de opvolging in het bedrijf dient ver
zekerd te zijn;
f. het bedrijfshoofd moet voldoende krediet
waardig zijn om de noodzakelijke inves
teringen te kunnen doen; een en ander ter
beoordeling van de plaatselijke commissie,
na ingewonnen advies van de Rijksland-
bouw- en de Rijkstuinbouwvoorlichtings-
dienst.
4. Vormen van bedrijfsvergroting
Ten behoeve van de verbreding van de
bestaansbasis van bedrijfjes in een ruilver
kaveling kan gebruik gemaakt worden van
grond, welke beschikbaar komt in het blok,
b.v. door uitkoop van bedrijven met beëindi
gingsvergoeding, aankoop van gronden of
door ontginning van woeste gronden. Ten
aanzien van de laatstgenoemde maatregel zij
opgemerkt, dat ontginning van grote com
plexen niet mogelijk is, doch ontginning van
complexen ter grootte van 1 a 2 ha, nood
zakelijk in verband met kavelrationalisatie,
ondervindt geen bezwaar. In voornoemde ge
vallen wordt gesproken van interne bedrijfs
vergroting, waarbij er nadrukkelijk op wordt
gewezen dat een en ander op vrijwillige basis
geschiedt. De diverse mogelijkheden, die de
ruilverkaveling biedt, zullen hier niet nader
besproken worden.
Een andere oplossing om gronden in een
blok van ruilverkaveling vrij te krijgen is, dat
boeren van bedrijven op het „oude" land
overgaan naar bedrijven, b.v. in de IJssel-
meerpolders (het „nieuwe" land) of vertrek
ken naar een ontginningscomplex van
Domeinen op het „oude" land. In dergelijke
gevallen, waardoor de vrijkomende grond
aan te kleine bedrijven kan worden toege
voegd, vindt externe bedrijfsvergroting
plaats.
In het vervolg tevens slotartikel
zullen enkele aspecten inzake de subsidiëring
en financiering van de verschillende ruilver-
kavelingswerken naar voren worden gebracht.
In het bijzonder zal aandacht worden ge
schonken aan het deel van de kosten, dat dooi
de eigenaren betaald zal moeten worden en
aan de wijze waarop dit kan geschieden.
Bovendien zullen enkele hypothecaire aange
legenheden worden behandeld.
272