Als voornaamste voorwaarden kunnen ge
noemd worden:
dat het bedrijf ten minste 15 ha groot is;
dat bij verplaatsing van een bedrijf naar een
te ontsluiten gebied voldoende waar
borgen aanwezig moeten zijn, dat de
oude boerderij of door opschuiving een
andere boerderij, speciaal ten gevolge
van deze verplaatsing, haar agrarische
bestemming definitief verliest;
dat de gronden aaneengesloten moeten lig
gen of eventueel in bijzondere gevallen
niet verder dan één km van de boerderij
verwijderd;
de gronden moeten een behoorlijke mate
van produktiviteit bezitten;
de aanvrager moet in staat zijn het bedrijf
redelijk te kunnen voeren, voldoende
financieel krachtig zijn en in het alge
meen landbouwonderwijs hebben ge
noten;
subsidiëring zal slechts kunnen plaats hebben
indien een volledige boerderij (woning
bedrijfsgedeelte) wordt verbouwd;
geen subsidie wordt in het algemeen ver
leend, indien het bedrijf, waarvoor een
subsidieaanvraag wordt ingediend, is
ontstaan door splitsing van een reeds be
staand bedrijf:
tuinbouwbedrijven vallen niet onder de sub
sidieregeling, waarvoor deze voorwaar
den gelden. De verplaatsingen van
opstanden in tuinbouwgebieden, waar
ruilverkaveling wordt toegepast, kan be
langrijk zijn met het oog op structuur
verbetering van de bedrijven. Subsi
diëring zal hierbij niet plaats vinden,
aangezien het hier op zich zelf rendabele
investeringen betreft. Zijn de verplaat
singen dringend gewenst om tot een ver
antwoord ruilverkavelingsplan te kun
nen komen, dan zal de ruilverkavelings
financiering toegepast kunnen worden
(zie ons slotartikel).
Wat de voorwaarde van de minimumbe-
drijfsgrootte van 15 ha betreft, kan het voor
bepaalde blokken wenselijk en verantwoord
zijn in het rapport, behorende bij het plan
van voorzieningen voor verplaatsingsgeval
len, een hoger minimum te stellen. Dit
betekent dus, dat subsidieverlening voor ver
plaatsing van bedrijven, die niet in het kader
van een ruilverkaveling tot minstens 15 ha
vergroot kunnen worden of bedoelde opper
vlakte bezitten, in principe niet mogelijk is.
Uitzonderingen kunnen afzonderlijk ter be
oordeling worden voorgelegd aan de centrale
commissie, mits zulks in meergenoemd rap-
port uitdrukkelijk wordt mogelijk gemaakt.
De minister van Landbouw en Visserij beslist,
met dien verstande, dat dit steeds in over
eenstemming met de minister van Financiën
zal geschieden.
De kwestie van de berekening van de
subsidie komt ter sprake in het slotartikel.
Bedrij fsvergroting
1. Doel van de bedrijfsvergroting
Een belangrijk facet van de moderne ruil
verkaveling is de vergroting van te kleine en
daardoor veelal niet rendabele land- en tuin
bouwbedrijven tot een in sociaal-economisch
opzicht verantwoorde omvang. Een bedrijf is
economisch verantwoord wanneer de pro-
duktiefactoren grond, kapitaal en arbeid
in de gunstigste verhouding worden aan
gewend.
Op basis van het huidige agrarische beleid
wordt een bedrijf sociaal verantwoord geacht
als het bij een redelijke bedrijfsvoering per
volwaardige arbeidskracht een inkomen op
levert, dat ten minste even groot is als dat
van een landarbeider (de sociale lasten inbe
grepen).
De verhoging van de arbeidsproduktiviteit
zal niet uitsluitend bereikt kunnen worden
door een intensivering van de produktie. De
gewenste stijging zal tevens moeten worden
bereikt door een verlaging van de factor
„arbeid", dit is een vermindering van de
Een gesubsidieerde boerderij, gebouwd in hel kader
van de ruilverkaveling „Maas en Waal-West"
270