WENKEN VOOR KASSIERS Kasgeld-zorgen Het handhaven van een doeltreffend kas- assortiment is een dagelijks terugkerende zorg. De kassier of bij grotere banken de kashouder weet daarvan mee te praten. Hij zal trachten de behoeften en de gewoon ten van de cliënten in dit opzicht steeds nauwkeurig in het oog te houden. Het beste is van de periodiek terugkerende opvragin gen voor bijvoorbeeld loonbetalingen of uit betalingen van melkgeld aantekening te houden, ook voor wat betreft de globale ver deling over de verschillende coupures, ten einde op den duur een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen van de te verwachten op vragingen. In overleg met de cliënten hebben vele kassiers weten te bereiken, dat posten, welke tot nog toe onnodig per kas werden verwerkt, voortaan giraal kunnen worden afgedaan en dat de specificatie van in contanten op te nemen bedragen tijdig telefonisch worden aangekondigd. „Koppen en bossen" Ordelijkheid is in de kas een eerste vereiste. De losse bankbiljetten worden van „ezels oren" ontdaan en, met de voorzijde naar boven, samengebundeld bij 20 stuks in een smal bandje, of zoals dat in het vakjargon heet de biljetten worden „gekopt en ge bost". Voor bundels van 100 stuks zijn bredere bandjes beschikbaar. De bandjes, die van bankstempel en paraaf worden voorzien, zijn voor de verschillende soorten bank- en muntbiljetten in onder scheidene kleuren te bestellen. Bij het uitbetalen uit een bandje heeft zich ter voorkoming van verschillen een vrij algemeen toegepaste methode ontwikkeld. Als bijvoorbeeld 7 biljetten moeten worden uitbetaald, worden ter controle de onge bruikte 13 biljetten vóór opberging in de kas nageteld. Pas daarna worden de uit te be talen biljetten aan de cliënt voorgeteld. Cliëntenlessenaar en speciebriefje In de wacht- of cliëntenruimte van menige bank bevinden zich tegenwoordig één of meer van elkaar gescheiden lessenaars, waar aan de cliënten desgewenst de door hen voor genomen lokettransacties kunnen voorberei den. Deze meestal tegen de wand aange brachte lessenaars zijn voorzien van een doelmatige verlichting en vaak ook van een standaard, waarin enige exemplaren van de meest voorkomende formulieren ter invulling door de cliënt gereed liggen, zoals stortings bewijzen, kwitanties en kascheques. Voor zover deze formulieren daartoe niet reeds zelf de gelegenheid bieden, wordt een af zonderlijk „speciebriefje" gebruikt om het op te nemen of te storten bedrag te specificeren. Vanzelfsprekend dient elk „speciebriefje" nauwkeurig te worden gecontroleerd. In de praktijk blijkt, dat de door cliënten opgestelde specificaties niet altijd feilloos zijn. Daarom verdient het, ter vermijding van verschillen, aanbeveling, dat de kassier of de loketbediende ter controle eventueel met behulp van een telmachine de berekening nog eens zelfstandig opmaakt en het eind bedrag toetst aan het door de cliënt bereikte resultaat. Beschadigde bankbiljetten, welke nog in circulatie en compleet zijn, alsmede munt biljetten (ook die met de beeltenis van Prinses Wilhelmina), al dan niet beschadigd, kunnen worden toegezonden aan de Centrale Bank. Niet-complete biljetten, welke nog in cir culatie zijn, behoren te worden gezonden aan het agentschap van de Nederlandsche Bank, waaronder de bank ressorteert, onder bij voeging van een zowel bij de Neder landsche Bank als bij de Centrale Bank ver krijgbaar „aanvraagformulier voor het verkrijgen van vergoeding voor beschadigde bank- en muntbiljetten". Inlevering oud en beschadigd geld 240

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 42