Uiteraard zal toekenning van steun ge
bonden zijn aan eisen, die er op neer komen,
dat de desbetreffende projecten bevordering
van het landbouwbeleid waarborgen.
Het moderne structuurbeleid neemt in de
nationale landbouwpolitiek een zeer voor
name plaats in ter verbetering, op langere
termijn, van de inkomenspositie, van de
levensstandaard van de agrarische bevolking.
En dit geldt in nog sterkere mate voor een
gemeenschappelijk landbouwbeleid. Met de
structurele aanpassing zal een lange tijd ge
moeid zijn: men denkt hier wel in generaties,
terwijl het gemeenschappelijk landbouwbe
leid binnen een decennium tot stand zal
worden gebracht. Het is begrijpelijk, dat dit
verschil in tempo spanningen mede zal bren
gen, die extra voorzieningen vereisen. Als
men de oorzaken nagaat, die de totstand
koming van het gemeenschappelijk land
bouwbeleid bemoeilijken, nl. de vaak grote
structurele verschillen tussen de landen, dan
kan de vraag rijzen of niet eerst door middel
van het structuurbeleid de produktievoor-
waarden geharmoniseerd dienen te worden
alvorens er van een werkelijk gemeenschap
pelijk landbouwbeleid sprake kan zijn.
In de Benelux hebben we gezien, dat eisen
van voorafgaande harmonisatie de totstand
koming van een vrije markt niet bevorderd
hebben, integendeel.
Ook in de E.E.G. is het irreëel van de
landen voldoende bereidheid te verwachten
op snelle wijze aan harmonisatie mede te
werken. En de commissie kan aan haar in
strumenten van coördinatie, aanbevelingen
en financiële steun voor dit doel onvoldoende
kracht ontlenen. De financiële steun b.v. ver
eist eigen initiatief van het betrokken land
en extra financiële offers. Maar een derge
lijke procedure zou ook de landbouw voor
lange tijd buiten de integratie houden, het
geen niet met de doelstelling van hetVerdrag
zou stroken, gezien het feit, dat structuurbe
leid alleen niet in staat is dit te bereiken.
Nodig is een gelijktijdig samenspel van de
vier in het begin genoemde onderdelen van
het landbouwbeleid, waarbij het structuur
beleid een bijdrage moet leveren tot ver
laging van de kostprijzen en tot een rationele
aanpassing van de produktie aan de tenden
ties van de markt, terwijl het markt- en prijs
beleid moet worden afgestemd op de omstan
digheden van economisch levensvatbare be
drijven met een voldoende produktiviteit. De
functie van het markt- en prijsbeleid wordt
b.v. duidelijk bij het probleem van de over
schotten, waartoe de opvoering van de
produktiviteit in het kader van structuurver
betering kan leiden.
Het verwezenlijken van de doelstelling van
het gemeenschappelijk landbouwbeleid zou
evenwel meer gewaarborgd zijn, wanneer het
Europese Orgaan over uitvoeriger bevoegd
heden kon beschikken voor het voeren van
een gemeenschappelijk structuurbeleid dan
nu het geval is. In de voorstellen ligt voor
het gemeenschappelijk landbouwbeleid een
aanzienlijk zwaarder accent op het markt- en
prijsbeleid. Men kan zich de vraag stellen of
dit een juiste krachtenverdeling is.
Het is nu ongeveer een jaar geleden, dat de
Europese Commissie de voorstellen op tafel
heeft gelegd. Men kan evenwel niet zeg
gen dat met de uitvoering ervan veel vorde
ringen zijn gemaakt. Momenteel vinden de
voorstellen voor het structuurbeleid be
studering in het speciale comité, dat de
beslissingen inzake het gemeenschappelijk
landbouwbeleid voor de Raad van Ministers
voorbereidt. Het laat zich echter niet aan
zien, dat op dit punt binnen korte tijd con
crete beslissingen zullen worden genomen.
Dit valt des te meer te betreuren nu in de af
gelopen twee jaren in het E.E.G.-gebied de
algemene welvaart sterk is toegenomen en
nog toeneemt, terwijl betwijfeld moet wor
den, of de agrarische sector, en zeker de meer
achter gebleven gebieden, een evenredig aan
deel hebben gehad in deze welvaartsstijging.
1) De aanpassing van de produktievoorwaarden in
de landbouw doet een grote behoefte aan kapitaal
ontstaan, waaraan de boer uit eigen middelen
veelal niet zal kunnen voldoen. De Europese
Commissie acht het dan ook van groot belang,
dat een goed georganiseerd landbouwkredietstelsel
wordt ontwikkeld, dat voor wat betreft krediet-
voorwaarden, zoals rentevoet, looptijden en zeker
heid, beantwoordt aan de speciale eisen van de
landbouw.
237