SPAREND NEDERLAND
r° 5
+5
+1
Mutaties
maart
Mutaties
april
Mutaties
jan. t/m april
Saldo
tegoed
Tegoed in
°/o van het
c
c
<u
ho
c
c
qj
bL
c
c
<L>
bjG
totaal
O
bD
Terug
betalir
Spaar-
versch
bc
25
bC.5
2 2
r- -o
Spaar-
versch
bc
r*
fcti.5
573
u
Spaar
versch
1/1
30/4
1/1
30/4
1961
Bib. Utrecht
108,4
97,8
10,6
101,2
103,0
1,8
443,1
377,1
66,0
2658,9
2724,9
27,4
27,2
Bib. Eindh.
73,4
62,0
11,4
66,9
59,4
301,3
235,6
65,7
1551,6
1617,3
16,0
16,1
R.P.S.
80,1
71,0
73,2
64,7
8,5
325,5
249,6
75,9
2646,4
2722,3
27,3
27,1
Alg. Spaarb.
144,5
126,5
18,0
141,8
117,5
24,3
620,5
486,1
134,4
2841,4
2975,8
29,3
29,6
406,4
357,3
49,1
383,1
344,6
38,5
1690,4
1348,4
+342,0
9698,3
10040,3
100,0
100,0
1960
Bib. Utrecht
92,8
84,0
8,8
88,8
97,7
8,9
390,5
342,1
48,4
2372,0
2420,4
27,6
27,4
Bib. Eindh.
62,3
55,9
6,4
55,5
55,4
0,1
256,1
216,6
39,5
1359,4
1398,9
15,8
15,8
R.P.S.
68,8
59,6
9,2
64,8
60,7
4,1
288,8
223,6
65,2
2369,9
2435,1
27,5
27,5
Alg. Spaarb.
125,8
110,7
-+ 15,1
120,8
109,2
11,6
529,0
437,5
91,5
2505,4
2596,9
29,1
29,3
349,7
310,2
39,5
329,9
323,0
6,9
1464,4
1219,8
244,6
8606,7
8851,3
100,0
100,0
KANTTEKENINGEN BIJ DE CIJFERS
De stijging van de creditgelden, die in het eerste
kwartaal 1961 maandelijks meer dan 20 miljoen
bedroeg, heeft zich in de maand april als gevolg van
de seizoensinvloed niet voortgezet.
Blijkens de verzamelbalansen per ultimo maart en
april zijn de creditgelden met ruim 12 miljoen af
genomen. Deze teruggang is evenwel belangrijk lager
dan die in de maand april van vorige jaren. In april
1960 namen de creditgelden zelfs af met ruim 27
miljoen, waaronder de spaargelden met bijna 9
miljoen en de creditsaldi in lopende rekening met
ruim 18 miljoen. De gunstige ontwikkeling van de
spaargelden, die de seizoensinvloed minder sterk tot
uitdrukking deed komen in de spaarcijfers, beperkte
thans de ontsparing tot bijna 2 miljoen, terwijl het
beloop van de creditsaldi in lopende rekening door
een lager dan normaal bedrag aan deposito's bij de
banken op de zeekleigebieden eveneens een gunstig
beeld vertoont.
Dat, ondanks de voor april slechts geringe daling
van de toevertrouwde gelden, de liquide middelen
met een vermindering van bijna 53 miljoen de
negatieve mutatie van april 1960 benaderden is een
gevolg van de zeer forse uitbreiding van de krediet
verlening en beleggingen in eigen kring. Naast de
voortgaande stijging van de post voorschotten speelde
hierbij de voor april ongewone toeneming van de
debetsaldi in lopende rekening een rol. Normaal is
namelijk voor april dat de vermindering van de
debetsaldi in lopende rekening van coöperatieve ver
enigingen de toeneming van de kredietbehoefte van
de overige rekeninghouders overtreft, waardoor per
saldo de kredietverlening in lopende rekening een
vermindering ondergaat.
Thans nam echter ook de behoefte aan bedrijfs-
krediet bij de coöperatieve verenigingen toe, hetgeen
leidde tot een stijging van de debetsaldi in lopende
rekening met f 8,6 miljoen.
Ook in de maand april blijken de mutaties in de
spaargelden gunstiger te zijn dan in de overeen
komstige maand van het vorige jaar.
De voorlopige cijfers van de spaarbeweging in de
maand mei geven voor de bij Utrecht en Eindhoven
aangesloten banken spaaroverschotten van respectie
velijk 23,6 miljoen en 19,1 miljoen en voor de
Rijkspostspaarbank van 24,4 miljoen.
231