de zijde van bepaalde spaarbanken het doen van
overschrijvingen ten laste van de spaarrekening wordt
gestimuleerd. Ook de loon- en pensioenbetalingen
worden door sommige spaarbanken via de spaar
rekening verzorgd. Dit is een minder gunstige ont
wikkeling, omdat het karakter van de spaarrekening
hierdoor niet zuiver wordt gehouden. Hetgeen als
spaargeld te boek staat, wordt dan in feite trans-
actiegeld. Wanneer wij ons niet vergissen, dan zijn
het vooral de stedelijke algemene spaarbanken, die
deze ontwikkeling bevorderen.
Hun handelwijze laat zich wel verklaren: als
spaarbank kunnen zij aan het publiek slechts een
beperkt assortiment van diensten bieden. Onder in
vloed van de concurrentie van de zijde van de
handelsbanken tracht men daarin wijziging te
brengen. De Nederlandse Spaarbankbond ziet de
omschakeling van weeklonen naar maandlonen bij
vele bedrijven als één van de oorzaken, die het be
talingsverkeer over de spaarbanken sterk hebben be
vorderd.
Wij geloven, dat het overgaan op een bredere
dienstverlening een goed recht is van de algemene
spaarbanken, mits men dan ook de juiste vormen
kiest en de zuiverheid van het spaargeld niet aan
tast. Indien de spaarbanken zich geroepen voelen als
betalingsinstituut op te treden voor lonen en pen
sioenen, dan verdient het aanbeveling om naast de
spaarbank een nieuwe afdeling op te richten voor
transactiegelden. De zuiverheid van de rekeningen
wordt dan bewaard.
De wenselijkheid van handhaving van zuivere
rekeningen voor spaargeld en rekening-courantgeld
houdt ook verband met het principiële verschil, dat
er tussen deze geldsoorten bestaat. Spaargeld als be-
leggingsgeld vraagt in de eerste plaats veiligheid.
Ik heb hierop in het voorgaande al gewezen. Een
spaarder stelt zijn geld niet graag aan risico's bloot.
Wil men als spaarbank blijven fungeren, dan zal men
het vertrouwen van de spaarder moeten genieten. Dit
vertrouwen is nauw gekoppeld aan de veiligheid van
de uitzettingen.
Voor de boerenleenbanken staat die veiligheid
vast, omdat een voorzichtige en solide krediet- en
beleggingspolitiek wordt gevoerd, waarbij het winst
streven niet op de voorgrond staat. Bovendien hebben
de boerenleenbanken door de onderlinge solidari-
teitsband landelijke organisaties opgebouwd, die
hecht en sterk zijn. Daar komt nog bij, dat de boe
renleenbanken uiteindelijk een onbeperkt weerstands
vermogen hebben in de vorm van onbeperkte aan
sprakelijkheid van de leden.
Voor de Rijkspostspaarbank staat de veiligheid
vast. omdat de Staat de verplichtingen van deze bank
ten volle garandeert.
Bij de algemene spaarbanken steunt het vertrouwen
vooral op het solide beheer van de toevertrouwde
middelen.
In het algemeen kan gezegd worden, dat de soli
diteit van de traditionele spaarinstellingen in zeer
belangrijke mate heeft bijgedragen tot het verkrijgen
van een goede spaarzin in ons land. Van riskant
winststreven hebben de spaarbanken zich steeds verre
gehouden en het publiek draagt daar kennis van.
Nu de spaarbanken geconfronteerd worden met de
concurrentie van de zijde van de handelsbanken, is
het goed, dat men zich van dit gevestigde vertrouwen
bij het sparende publiek bewust is. Men blijve getrouw
aan het beginsel van soliditeit.
Het bewaren van zuivere rekeningen achten wij
voorts noodzakelijk uit monetair oogpunt. Spaargeld
en rekening-courantgeld hebben een geheel verschil
lende monetaire betekenis. Kredietverlening met bij
de bank gedeponeerde transactiegelden vermeerdert
de geldhoeveelheid en draagt gemakkelijk bij tot ver
groting van de vraag naar goederen en diensten.
Financiering met spaargeld daarentegen heeft een
meer neutrale invloed op het economisch gebeuren.
Banken, die zich met deze financiering bezig houden,
oefenen als het ware de functie van tussenpersoon
uit: liquiditeitsoverschotten van de ene groep worden
gebruikt ter voorziening in liquiditeitstekorten van
de andere groep. Deze banken verrichten daarmee
een uiterst nuttige functie, omdat zonder hun optre
den een deflatoire, dus welvaartsverminderende in
vloed op het maatschappelijke leven zou uitgaan.
De spaarbanken hebben zich steeds met deze nuttige
economische functie bezig gehouden. Door liquidi
teitsoverschotten van grote en kleine omvang te aan
vaarden en te kanaliseren, draagt hun werkzaamheid
tegelijkertijd een sterk sociale inslag.
Daar aan de financiering met transactiegeld in
vergelijking met spaargeld verschillende monetaire
betekenis moet worden toegekend, is het met het oog
op de door de Nederlandsche Bank te voeren mone
taire politiek noodzakelijk, dat er geen vermenging
van het karakter der verschillende rekeningen op
treedt. Het is u bekend, dat de Centrale Bank door
middel van haar rentevergoeding aan de aangesloten
banken er toe medewerkt, dat transactiegelden en
spaargelden duidelijk van elkaar gescheiden blijven.
Dit is in het belang van de goede orde in het finan
cieringswezen.
De Nederlandsche Bank heeft het verschil tussen
spaargeld en transactiegeld in haar monetaire voor
schriften steeds erkend.
De omvang van de z.g. kasreserve, een renteloos
depot, dat de handelsbanken en de centrales der
landbouwkredietbanken bij De Nederlandsche Bank
moeten aanhouden, houdt bij onze Centrale Bank dan
ook alleen verband met de hoeveelheid middelen, die
als creditsaldi in rekening-courant aan de aange
sloten banken is toevertrouwd. De spaargelden staan
er buiten. De algemene spaarbanken zijn geheel van
het aanhouden van een kasreserve vrijgesteld.
Bij de kredietbeperkingsmaatregelen, die door De
Nederlandsche Bank ontworpen zijn, geldt als „ge
vaarlijke" kredietverlening bij de landbouwkrediet-
banken alleen de kredietverlening in rekening-cou
rant. De overige uitzettingen worden terecht geacht
tot de beleggingsuitzettingen te behoren, welke
tegenover de spaargelden staan en derhalve monetair
ongevaarlijk zijn.
Bij de beoordeling van de vraag of ook de uitzet
tingen op langere termijn bij de handelsbanken,
voorzover zij geacht kunnen worden tegenover spaar
gelden te staan, monetair ongevaarlijk zijn, moge wel
worden bedacht, dat door het aantrekken door middel
221