KRONIEK VAN LAND- EN TUINBOUW
koopprijsbeheersing schaarse landbouwgrond in discussie
vrije prijsvormingmogelijk door minder sterke agrarische bevolkingsdruk, bevorderlijk
voor produktieve bestemming van de grond,
voorkeursrecht van pachter dient te worden gehandhaafd,
waardering voor wetsontwerp erkenningen tuinbouw,
produktiewaarde in de tuinbouw in 10 jaar verdubbeld
-vrijheid in de pluimveehouderij biedt nieuwe mogelijkheden.
Nederland is het dichtstbevolkte land van
Europa. Op een klein stukje grond 3
van de oppervlakte der E.E.G.-landen
zien onze land- en tuinbouw niet alleen kans
de eigen bevolking van het nodige voedsel
te voorzien, doch bovendien nog een respec
tabel exportoverschot te kweken, waarvoor
b.v. grondstoffen voor de industrie kunnen
worden aangeschaft. Waarlijk een prestatie
om trots op te zijn. Deze prestatie kan slechts
worden geleverd door de beschikbare grond
zeer intensief te gebruiken en door veredeling
van, gedeeltelijk ingevoerde, grondstoffen in
de veehouderijsector. Bij de uitoefening van
zijn bedrijf staat dc individuele agrariër ge
middeld slechts een kleine oppervlakte cul
tuurgrond ter beschikking. Toch is juist de
grond in de landbouw het eerst nodige, ja
een onmisbaar produktiemiddel.
De grond is in het dichtbevolkte Nederland
een schaars artikel. En er zijn voor deze grond
veel gegadigden: voor de stadsuitbreiding en
woningbouw, voor industrievestiging, haven-
bouw, uitbreiding van het wegennet wordt
steeds meer kostbare landbouwgrond opge
offerd. Bovendien worden ook voor recreatie
grote oppervlakten gereserveerd. Hoewel het
verlies dat land- en tuinbouw aan „werk
terrein" lijden grotendeels gecompenseerd
wordt door inpolderingen en ruilverkaveling,
toch moeten de belangen van huisvesting,
industrie en recreatie steeds tegen die van de
land- en tuinbouw worden afgewogen.
Prijsbeheersing
Vooral in de dertiger jaren toen vele
boerenzoons geen kans zagen zich buiten de
landbouw een bestaan te verwerven werd
Het doet ons zeer veel genoegen, dat deze
circulaire, naar het zich aanvankelijk laat
aanzien, een goed onthaal bij onze banken
heeft gevonden. Tal van banken hebben toe
zending van de polisboekjes gevraagd en het
is ons gebleken, dat vele kassiers deze nieuwe
vorm van serviceverlening gaarne willen
toepassen.
Voor vele van onze banken betekent het
contact met de reisverzekeringen dat zij ook
met de assurantiebemiddeling in eigenlijke
zin geconfronteerd worden. Het is begrijpe
lijk dat hierover tal van vragen gerezen zijn.
De Centrale Bank wil naar vermogen gaarne
behulpzaam zijn bij het beantwoorden van de
vragen. De omstandigheden bij de ene bank
zijn soms totaal anders dan bij de andere
bank, hetgeen een bezwaar vormt voor het
geven van algemene richtlijnen. In principe
zal iedere bank hier zelf moeten beslissen. De
Centrale Bank heeft slechts een coördineren
de en adviserende rol. Een bank, die moge
lijkheden ziet in het terrein der assurantie
bemiddeling, zal onder eigen verantwoorde
lijkheid haar werkterrein en daarmede de
dienstverlening aan haar cliënten kunnen
uitbreiden.
166