WENKEN VOOR KASSIERS Afwijkende boekingen op „effecten" Het is een gelukkig verschijnsel dat het aantal aangesloten banken, waarvan de op gemaakte rekening van ontvangsten en uit gaven, de balans en de verlies- en winst rekening bij de controle blijken niet geheel juist te zijn, zeer gering is en van jaar tot jaar minder wordt. In de uitzonderingsgevallen, dat afwijkingen voorkomen, blijken deze meestal van on dergeschikt belang te zijn, maar moet toch voor correctie worden gezorgd. Opmerkelijk is, dat bij deze uitzonderings gevallen niet zelden de balanspost effecten betrokken is, een vermogensbestanddeel waarin in de loop van een jaar maar weinig mutaties plegen voor te komen. Waarsc hijn- lijk is de oorzaak van de boekingsfouten gelegen in het feit, dat deze soort mutaties juist zo weinig voorkomt. Overigens werden de afwijkingen deels bewust en deels onbewust gemaakt. Ze heb ben gemeen, dat het banksaldo van de reke ning effecten daardoor niet meer beant woordt aan de maatstaven van het voor de gewone boekhouding gekozen waarderings systeem: aankoopkoerswaarde maar niet hoger dan 100%. Wordt bij uitloting van een stuk met een aankoopkoerswaarde van 950,de volle uitlotingswaarde van 1.000,van de ef fectenrekening afgeboekt, dan wordt het saldo van die rekening daardoor 50, te laag. Indien daar geen stokje voor wordt gestoken zou na uitloting van alle stukken de rekening een creditsaldo aangeven. Van de uitlotingswaarde van 1.000,moet dus 950,worden afgeboekt van de ef fectenrekening, terwijl de uitlotingswinst van 50,komt ten gunste van de exploi tatie. Een andere (onbewuste) fout wordt ge maakt, wanneer bij aankoop de rekening effecten niet wordt gedebiteerd voor de aankoopkoerswaarde doch bijvoorbeeld voor het eindbedrag van de aankoopnota. De op deze nota voorkomende kosten en lopende rente dienen ten laste van de ex ploitatie te worden gebracht. Bewuste afwijkingen zijn ook fout In een streven naar mooie ronde getallen en eenvoudiger boekingen zou men wel eens in de verleiding kunnen komen het boek- saldo van de effecten in eenmaal op te voeren tot de nominale waarde en de toe komstige uitlotingswinsten reeds nu en bij voorbaat te crediteren op de reservereke ning. Behalve dat de rekening effecten dan een rond bedrag zou aangeven, zou men voortaan bij uitloting eenvoudigweg de no minale waarde daarvan kunnen afboeken, zonder genoodzaakt te zijn na te gaan wat de aankoopkoerswaarde van het desbetref fende uitgelote nummer ooit is geweest. Nog afgezien van de ongemotiveerde op voering van de reserve zou dit monument van ronde getallen en eenvond bij nader inzien moeten worden afgebroken, ter ver mijding van schade op de van de Centrale Bank te ontvangen rente. Immers de Cen trale Bank vergoedt aan de aangesloten bank over dat deel van het tegoed, dat kan worden aangemerkt als onbelegd spaargeld, een rente welke meestal ongeveer 1% °/o hoger is dan de rente welke wordt vergoed over de rest van het depot. Wordt de boek waarde van de effecten verhoogd en het "onbelegde spaargeld" dus kleiner, dan re sulteert dit uiteindelijk in een verlaging van de in totaal van de Centrale Bank te ont vangen rente, ter grootte van ongeveer 1 'V4 over het ten onrechte aan het effec tensaldo toegevoegde bedrag. Dit nadeel is al gauw te groot om zich tot de gedachte afwijking te laten verleiden. 195

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 37