naar een punt op b.v. twee, drie of meerdere
kilometers van de oorspronkelijke vestiging.
Het kantoor van de boerenleenbank moet
niet zo nu en dan geopend zijn. Iedere dag en
ieder uur moeten we klaar staan voor de
mensen die hun belangen in onze handen
legden.
Ik blijf beweren, dat er met goede samen
werking en begrip nog onmetelijk veel te be
reiken is. Fusie tussen twee of meer banken
kan grote voordelen geven als de aanpak
goed is. Ik durf zelfs te beweren, dat er nog
werkterrein in overvloed braak ligt! Maar dit
is een heel andere zaak!
Redactie, dank voor het laatste woord!
Hoogachtend,
„Kassier".
Naschrift van de redactie
Na dit „laatste woordmoet ook de redac
tie zwijgen!
Geachte redactie,
Hoewel de termijn voor inzending van
ideeën betreffende de boekjescontrole ge
sloten is, ben ik zo vrij het te wagen een
stukje op te sturen. Dat ik dit doe komt voor
al door een opmerking van u, die in het
aprilnummer schrijft „helaas van geen enkel
bestuurslid de mening gehoord te hebben".
De meeste bestuursleden hebben kennelijk
nagelaten te reageren, omdat ze volgens
kassier „G" (februarinummer) en verschil
lende zijner collega's, in de ogen van het
publiek de schuld zijn van het feit, dat ver
scheidene klanten een hekel hebben aan het
verschijnen op de controledagen.
Ofschoon ik meen dat sommige schrijvers
van de ingezonden stukken overdrijven, kan
ik me heus wel in de gedachtensfeer van ver
schillende cliënten verplaatsen. Je kunt het
aan de gedragingen van enkele wel merken,
dat ze enigszins beschroomd of met tegenzin
voor de rij heren verschijnen. Anderen even
wel zien er helemaal niets bijzonders in;
sommigen zijn een dagje „uit" en pikken in
de benedenzaal van het café hun graantje.
Eigenaardig is het evenwel, dat voorzover
ik weet, geen onzer bestuursleden ooit van
enige klant persoonlijk klachten heeft ge
hoord. Blijkbaar moppert men onder elkander
of tegen de kassier.
Eén aanmerking in diverse ingezonden
stukken heeft me sterk gefrappeerd nl. de
slechte opkomst bij vele banken. In kan u
verzekeren, dat wij elk jaar kunnen rekenen
op 97 a 98 De ontbrekenden, die we een
controlebiljet zenden, zijn gewoonlijk veraf-
wonenden of mensen, die toevallig in de des
betreffende dagen uitstedig zijn.
Het geheim van die grote opkomst? We
sturen iedere betrokkene vroegtijdig een uit
voerige circulaire, plaatsen kort voor de zit
tingsdagen nog een kleine waarschuwing in
een veel gelezen streekblad en. laten op de
laatste middag de omroeper met de bel
rondgaan!
In zekere zin is het eigenlijk wat bevreem
dend, dat sommigen blijkbaar een tegenzin
hebben in het verschijnen „voor de heren".
Men komt n.b. één voor één, terwijl anderen
in een aparte zaal hun beurt afwachten. Hoe
moet men dan denken over financiële han
delingen aan het loket van b.v. een postkan
toor, waar sommige onbescheiden mensen
vlak achter een klant gaan staan?
Conclusie: wanneer de opkomst best is, lijkt
mij de tegenwoordige controle uitstekend.
Kan er echter een betere methode gevonden
worden, welke o.m. de bezwaren van som
mige klanten opheft, dan verdient die de
voorkeur.
Hoogachtend,
K. Heeringa,
secretaris bestuur van de
Coöp. Boerenleenbank „Holwerd".
Naschrift van de redactie
Onze lezers zullen blij zijn, dat nu ook een
bestuurslid zijn mening over de jaarlijkse
controle spaarbankboekjes gegeven heeft. De
conclusie waartoe de heer Heeringa komt
wijkt, naar wij geloven, niet te veel af van
de lijn die door de inzenders-kassiers is ge
trokken.
Boerenleenbank of Raiffeisenbank?
Geachte redactie,
In menig gebouw van een landbouworga
nisatie hangt ingelijst aan de muur het ge
dicht van Weremeus Buning, de „Ballade
van de Boer". Dit lied spreekt stellig tot elk
rechtgeaard boerenhart.
Als het gedicht eindigt met:
„Terwille van de boer die ploegt
Besta de wereld voort!"
dan voelt de boer zich terecht gesterkt in zijn
190