de vrouw geestelijk gestoord is), moet de
man zich tot de kantonrechter wenden.
Als de vrouw weigert haar toestemming te
geven, zal de man zich tot de rechtbank
moeten wenden.
De man vraagt de machtiging van de
rechter aan bij een eenvoudig verzoekschrift.
De rechter beslist na behoorlijke oproeping
van de vrouw, en eventueel van nog andere
familieleden, wanneer de rechter dat nodig
acht. Ons werd onlangs gevraagd of een
dergelijke toestemming ook verkregen kan
worden zonder dat de vrouw er iets van
merkt. Tussen de man en de vrouw waren
moeilijkheden ontstaan. De man wilde de
woning bezwaren, doch de vrouw mocht
er niets van weten. Dit nu is onmogelijk.
Wanneer de man aan de rechter de machti
ging vraagt om de gemeenschappelijke wo
ning (of de woning die door de vrouw alleen
bewoond wordt) met hypotheek te mogen
bezwaren, zal hij het bewijs moeten leveren,
hetzij dat zijn vrouw haar toestemming niet
kan geven, hetzij dat zij geweigerd heeft de
toestemming te geven. Daartoe is dus ver
eist, dat de man eerst aan de vrouw verzocht
heeft of deze de toestemming wil verlenen.
Bovendien zal de vrouw door de rechter op
geroepen worden.
Algehele gemeenschap van goederen en
huwelijksvoorwaarden
Het geval van de bezwaring van de ge
meenschappelijke woning is niet het enige,
waarin de man de toestemming van de
vrouw voor hypothecaire bezwaring nodig
heeft. Wij moeten, om te weten in welke ge
vallen verder nog de toestemming of mede
werking van de vrouw vereist is, iets nader
ingaan op ons huwelijksgoederenrecht. Wan
neer echtgenoten met elkaar huwen, zonder
dat zij huwelijksvoorwaarden maken, zijn zij
in algehele gemeenschap gehuwd. Dat be
tekent, dat alles wat de echtgenoten vóór het
huwelijk hadden, en ook alles wat zij tijdens
het huwelijk verkrijgen, gemeenschapsbezit
gaat worden. Bij het overlijden van een van
de echtgenoten, of bij het eindigen van de
huwelijksgemeenschap om andere redenen,
zoals b.v. door echtscheiding, wordt dit ge
meenschappelijk bezit bij gelijke helften tus
sen de echtgenoten of hun rechtverkrijgenden
verdeeld, ongeacht van wiens zijde de goe
deren gekomen zijn. Wanneer b.v. de vrouw
afkomstig is uit een gegoede familie, en zij
trouwt zonder huwelijksvoorwaarden te ma
ken met een minder gegoede man, dan zal
het vermogen dat zij ten huwelijk aanbrengt,
of wel tijdens het huwelijk van haar ouders
erft, in de gemeenschap vallen, en de man
krijgt in dat vermogen een evengroot aan
deel als de vrouw.
Juist om dit te voorkomen, worden er vaak
huwelijksvoorwaarden gemaakt. Daarin kan
bepaald worden, dat de goederen van b.v. de
man of de vrouw of van beiden niet of
slechts voor een gedeelte in de huwelijks
gemeenschap zullen vallen. Wanneer in hu
welijksvoorwaarden bepaald wordt, dat noch
de goederen van de man, noch de goederen
van de vrouw deel zullen uitmaken van de
huwelijksgemeenschap, zegi men dat de
echtgenoten met uitsluiting van iedere ge
meenschap gehuwd zijn.
Bestuur over de huwelijksgemeenschap
Wanneer de echtgenoten gehuwd zijn in
algehele gemeenschap behoudt ieder van de
echtgenoten het „bestuur over de goederen,
die van zijn zijde in de gemeenschap zijn ge
vallen. Goederen, die de man geërfd heeft
of die hij heeft aangekocht, vallen onder het
bestuur van de man; goederen die de vrouw
geërfd heeft of die zij heeft aangekocht,
vallen onder het bestuur van de vrouw. Be
stuur betekent, dat de desbetreffende echt
genoot het recht heeft tot vervreemden en
bezwaren. De man zal dus de goederen, die
van zijn zijde in de gemeenschap zijn geval
len, kunnen vervreemden of bezwaren. Aan
goederen, die van de zijde van de vrouw in
de gemeenschap zijn gevallen, kan de man
echter niet komen, tenzij met medewerking
van de vrouw.
Bestuur over de goederen, die niet in de
gemeenschap vallen
Wanneer goederen niet in de huwelijks
gemeenschap vallen gelden overigens soort
gelijke regels. De vrouw heeft het bestuur
van de goederen, die haar toebehoren, en de
man heeft het bestuur van de goederen, die
hem toebehoren.
De bestuursmacht van de echtgenoten, en
met name de bevoegdheid goederen te ver
vreemden en met hypotheek te bezwaren,
wordt beperkt door de boven reeds uiteen-
188