WAT ONS BEZIG HOUDT De reorganisatie, noodzakelijk geworden door het overlijden van mr. H. H. Schröder, in leven onderdirecteur van de Centrale Bank, heeft geleid tot enkele aanvullende voorzieningen met betrekking tot de functionarissen, die bij de Centrale Bank belast zijn met de leiding van de zaken, welke de aangesloten banken betreffen. Rekening houdende met de voortdurend toenemende omvang van de daarmee verband houdende werkzaamheden, hebben de volgende benoemingen plaats gevonden: 1. de heren jhr. mr. J. C. Greven en H. te Kolsté, thans respectievelijk secretaris en hoofd inspecteur, met ingang van 1 april 1961 tot onderdirecteur; 2. de heer W. P. van den Hurk, thans adjunct-hoofdinspecteur, met ingang van 1 april 1961 tot hoofdinspecteur. ]hr. mr. J. C. Greven II. te Kolsté De werkverdeling tussen de beide onderdirecteuren zal in grote lijnen zo zijn, dat de heer Greven zich zal belasten met de leiding van de afdelingen, welke zich bezig houden met de dispensaties voor kredieten, voorschotten en beleggingen; de garanties voor het Onderling Waarborgfonds, afdeling C, het Borgstellingsfonds voor de Landbouw en de waarborginstituten voor de tuinbouw; de begrotingen van de aangesloten banken; belastingadviezen; en de heer Te Kolsté de leiding zal hebben van de afdelingen inspectie; advies inzake mechanisatie: advies inzake bankgebouwen; pensioen- en salarisadviezen; advies inzake propaganda. De heer Van den Hurk zal de dagelijkse leiding van de afdeling inspectie op zich nemen. Met de algemene leiding van alle zaken, de aangesloten banken betreffende, blijft belast ir. J. S. Keyser, directeur van de Centrale Bank. In het decembernummer van ons blad hebben wij onder deze rubriek vermeld hoe het op dat moment stond met de bestude ring van de aanbevelingen van het rapport van de Commissie Landbouwkrediet. Na dat een interne commissie van functionaris sen bij de Centrale Bank een preadvies had opgesteld, dat door het bestuur als discussie basis werd aanvaard, heeft het bestuur een twintigtal personen uit de kring van de aan gesloten banken uitgenodigd zitting te ne men in een commissie, welke onder voor zitterschap van prof. dr. G. Minderhoud tot ENKELE WIJZIGINGEN IN DE INTERNE ORGANISATIE VAN DE CENTRALE BANK VOORLOPIGE CONCLUSIES 117

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 3