spronkelijke schuldenaar aan de bank) te niet gaat. De hypotheek blijft wel bestaan, als de nieuwe eigenaar zich, naast de oor spronkelijke schuldenaar, hoofdelijk jegens de bank aansprakelijk stelt voor de voldoe ning van rente en aflossing. De bank heeft dan twee schuldenaren, die ieder voor het gehele bedrag aansprakelijk zijn. Wij zijn gewoon bij eigendomsoverdracht de hoofdelijke medeaansprakelijkheid van de nieuwe eigenaar en de cessie van ver zekeringspenningen in één onderhandse akte te regelen, zodat de kosten van zulk een verklaring gering zijn. Men wende zich in voorkomende gevallen ter verkrijging van zulk een modelakte tot de Centrale Bank. Wij merken ten slotte nog op, dat de oude eigenaar ondanks zijn aansprakelijk heid weinig risico loopt dat hij alsnog het voorschot geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening moet nemen. De bank zal hem alleen aanspreken als de nieuwe eigenaar zijn verplichtingen niet nakomt. Als de oude eigenaar dan ook niet betaalt, zal de bank tot verkoop van het onderpand overgaan. Hiervan is alleen de nieuwe eigenaar de dupe. Dat is alleen anders, indien de op brengst van het bezwaarde goed onvol doende is om de schuld te delgen. De bank zou trouwens, zelfs in het geval dat de op brengst van het bezwaarde goed onvoldoende is, nog niet de oude eigenaar tot betaling be hoeven aan te spreken. Zij kan nl. eventueel door het leggen van beslag op de eigen dommen van de nieuwe eigenaar, verhaal zoeken voor haar vordering. b) Overdracht van een onroerend goed, dat belast is met een hypotheek, gevestigd tot zekerheid voor een bepaald krediet. Bij de vóór oktober 1958 onder zekerheid van hypotheek verleende kredieten in lo pende rekening werd gewoonlijk het beding gemaakt, dat de hypotheek gevestigd zou zijn tot zekerheid van het in de akte met name genoemde krediet. Volgens de akte eindigt het krediet en wordt het debetsaldo onmiddellijk opeis baar bij gehele of gedeeltelijke eigendoms overdracht van het onderpand. Van het kre diet zal dan geen gebruik meer gemaakt kunnen worden. Als de nieuwe eigenaar eveneens kredietfaciliteiten van de bank wil genieten, zal er een nieuw krediet ver leend moeten worden tot zekerheid waar van opnieuw hypotheek moet worden ge vestigd, daar de oude hypotheek alleen dient tot zekerheid voor het oorspronkelijk verleende krediet. Na aanzuivering van het debetsaldo van het oude krediet, of even tueel na overboeking van het debetsaldo van het oude krediet naar de nieuwe reke ning, kan de oorspronkelijke hypotheek ge royeerd worden. c) Overdracht van een onroerend goed, dat belast is met een bankhypotheek. Al hetgeen de bank van de kredietnemer te vorderen heeft of te eniger tijd te vorde ren zal krijgen, wordt door deze hypotheek gedekt. Volgens de nieuwe algemene voor waarden (van 1958) is het de hypotheek gever onder meer verboden het onderpand zonder toestemming van de bank te ver vreemden. Bij overdracht zonder toestem ming van de bank overtreedt de hypotheek gever dus deze bepaling. Indien door de bank een voorschot is verstrekt kan de bank alsdan tot opeising daarvan overgaan. De bank behoeft dit echter niet te doen. Als de schuldenaar zijn overige verplichtingen getrouw is nagekomen en er geen aanwij zingen zijn, dat dit in de toekomst anders zal zijn, of ingeval de bank toestemming tot de verkoop zal hebben gegeven, behoeft de bank niet tot opzegging over te gaan; zij kan het voorschot laten doorlopen. Wel is dan weer cessie van het recht op de verzekeringspenningen alsmede hoofdelijke aansprakelijkheid van de nieuwe eigenaar vereist, terwijl tevens de nieuwe eigenaar zich hoofdelijk mede aansprakelijk moet stellen voor de bestaande schuld (zie boven onder a)). Indien door de bank een krediet in lo pende rekening is verstrekt, als zekerheid waarvoor de bankhypotheek moet dienen, en het bezwaarde goed wordt vervreemd, zal gewoonlijk wel de kredietrelatie beëindigd worden. Eventueel zal de koper van het goed eveneens op het onroerende goed een krediet willen krijgen. Het is dan het beste, dat er een nieuwe hypotheekakte opgemaakt wordt. 151

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 37