VRAAG EN ANTWOORD Overdracht van een hypothecair verbonden onderpand Vraag: Soms komt het voor, dat het onroerend goed, waarop door de boerenleenbank een hypotheek is gevestigd, door de eigenaar wordt overgedragen aan zijn zoon of aan een derde, waarbij wordt bedongen, dat deze laatste ook hypotheekschuld voor zijn reke ning neemt, van welk feit wij eerst later kennis krijgen, b.v. bij rentebetaling. Gaarne zullen wij uitvoerig vernemen hoe wij in dergelijke gevallen dienen te hande len. Antwoord Als een onroerend goed, waarop ten be hoeve van de bank hypotheek gevestigd is, wordt overgedragen, is de vraag, wat de bank moet doen, niet zonder meer te beant woorden, daar dit antwoord afhankelijk is van de vraag tot zekerheid waarvan de hy potheek is gevestigd. Het maakt namelijk verschil, of de hypotheek alleen gevestigd is tot zekerheid voor een bepaald voorschot of krediet, dan wel tot zekerheid voor de betaling van alles wat de kredietnemer of schuldenaar aan de bank schuldig is of zal worden. In het laatste geval spreekt men van een bankhypotheek. Wij zullen nu ach tereenvolgens bespreken hoe de situatie is bij overdracht van een onroerend goed, in dien: a) dit onroerend goed belast is met een hypotheek, gevestigd tot zekerheid voor een bepaald voorschot; b) dit onroerend goed belast is met een hy potheek gevestigd tot zekerheid voor een hepaald krediet; c) dit onroerend goed belast is met een bankhypotheek. a) Overdracht van een onroerend goed, dat belast is met een hypotheek, gevestigd tot zekerheid voor een bepaald voorschot. Aangezien de bankhypotheek pas sedert enige jaren door onze boerenleenbanken gebruikt wordt (andere instellingen kennen dit instituut reeds langer), vallen hieronder alle voor oktober 1958 onder zekerheid van hypotheek verleende voorschotten. Ook na 1958 werden echter hypothecaire voorschot ten in een aantal gevallen verstrekt met een z.g. vaste hypotheekakte, d.w.z. een akte waarbij de hypotheek enkel gevestigd is tot zekerheid voor een bepaald voorschot. Volgens de akte wordt het voorschot on middellijk opeisbaar, als het verbonden on derpand geheel of gedeeltelijk in eigendom wordt overgedragen, tenzij de bank toe stemming tot de overdracht heeft gegeven. Als de schuldenaar zijn verplichtingen je gens de bank overigens getrouw is nageko men, behoeft de bank niet tot opzegging over te gaan. De hypotheek blijft ondanks de overdracht bestaan. Alleen kan de bank geen beroep meer doen op het z.g. assuran- tiebeding, daar dit alleen van kracht blijft, zolang de schuldenaar eigenaar blijft van het onderpand. Het recht van de bank op de verzekeringspenningen wordt echter her steld, als de nieuwe eigenaar zijn rechten jegens de verzekeringsmaatschappij aan de bank cedeert. Ook tegen een bij de eigendomsover dracht gemaakt beding, dat de schuld in het vervolg door de nieuwe eigenaar wordt afgelost, behoeft van de zijde van de bank geen bezwaar te bestaan. In dat geval moet de oorspronkelijke schuldenaar jegens de bank verbonden blijven, daar ontslag van deze schuldenaar tot gevolg kan hebben, dat de hypotheek (die immers gevestigd is tot zekerheid van een schuld van de oor- 150

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 36