SPAREND NEDERLAND
-
-
2 -f
2
E
u
Bib. Utrecht
176,3
57,2
2660,0
2717,2
27,4
27,3
KANTTEKENINGEN BIJ DE CIJFERS
De omvang van het bedrijf van de aange
sloten banken is, blijkens de stijging van het
balanstotaal tot ruim f 3,2 miljard, in februari
verder toegenomen. De voornaamste oorzaak
hiervan was de aanwas van spaargelden,
die per ultimo februari het bedrag van 2,7
miljard overtreffen. Daarentegen onder
gingen de creditsaldi in lopende rekening
een voor de maand februari gebruikelijke
teruggang. Evenals in voorgaande jaren
werd ook in deze maand de seizoensinvloed
in het totaal van de creditsaldi genivelleerd,
doordat de bij de banken in de klei- en tuin
bouwgebieden voorkomende afneming van
deze saldi voor een belangrijk deel werd ge
compenseerd door een toeneming bij de
banken op de weidestreken en zandgronden.
De vermindering van de debetsaldi in
lopende rekening van de coöperatieve ver
enigingen js in februari als regel groter
dan de toeneming van de schuld in lopende
rekening van overige debiteuren, waardoor
een teruggang in deze saldi optreedt. In af
wijking hiervan kwam thans een stijging voor
van de kredietbehoefte van coöperatieve ver
enigingen als gevolg waarvan de debetsaldi
in lopende rekening toenamen.
In de post voorschotten kwam de gebrui
kelijke stijging voor.
De besparingen bij de traditionele spaar-
instellingen bewogen zich, evenals in de
voorgaande maand, op een hoger niveau dan
in de overeenkomstige maanden van 1960.
Blijkens de voorlopige cijfers bedroeg in
maart het spaaroverschot bij de bij Utrecht
en Eindhoven aangesloten banken respectie
velijk 10,6 miljoen en 11,8 miljoen en bij
de Rijkspostspaarbank 9,1 miljoen.
Mutaties
Mutaties
Mutaties
januari
februari
jan. t/m
'ebr.
Tegoed in
tegoed
o van het
totaal
c
c
c
c
tuc
hc
Sc
LI
Ui
LI
SC -
2 -e
LI
Sc.=
d
fi
re 2
CL O
cn
E re
u
-O
C
CL V
V~.
ri
Cl
CL <D
C/5
1/1
28/2
l'l
28/2
1961
126,7
94,1
32,6
106,8
82,2 J- 24,6
233,5
Bib. Kindli.
89,4
62,6
26,8
71,6
51,6
20,0
161,0
114,2
+- 46,8
1549,7
1596,5
16,0
16,0
R.P.S
87,4
61,1
26,3
84,8
52,8
+- 32,0
172,2
113,9
58,3
2645,8
2704,1
27,3
27,2
Alg. Spaarb.
178,5
134,8
43,7
154,9
106,7
48,2
333,4
241,5
+- 91.9
2841,4
2933,3
29,3
29,5
482,0
352,6
129,4
418,1
293,3
124,8
900,1
645,9
+254,2
9696,9
9951,1
100,0
100,0
1960
Bib. Utrecht
112,2
83,7
28,5
96,7
76,7
20,0
208,9
160,4
ocT
Tf"
2372,0
2420,5
27,6
27,5
Bib. Kindli.
77,2
56,2
21,0
61,0
49,0
12,0
138,2
105,2
+- 33,0
1359,4
1392,4
15,8
15,8
R.P.S
74,5
53,6
20,9
80,7
49,7
31,0
155,2
103,3
51,9
2369,9
2421,8
27,5
27,5
Alg. Spaarb.
143,1
114,4
-f 28,7
138,1
101,5
+- 36,6
281,2
215,9
65,3
2505,4
2570,7
29,1
29,2
407,0
307,9
99,1
376,5
276,9
+- 99,6
783,5
584,8
198,7
8606,7
8805,4
100,0
100,0
141