PREMIESPAARREGELINGEN
Ontwerf) van wet houdende voorzieningen met betrekking tot premie spaarregelingen en
winstdelingsspaarregelingen voor werknemers.
I)e behandeling van bovengenoemd wets
ontwerp in de Staten-Generaal is binnen
kort te verwachten.
Het wetsontwerp houdt in een vrijstel
ling van loon- en inkomstenbelasting, als
mede van premieheffing voor de sociale
verzekeringen en wel voor uitkeringen
ingevolge een spaarregeling, voor zover
deze uitkeringen niet meer bedragen dan
390,per jaar.
De regering vertrouwt erop, dat de wet
als zij van kracht is geworden ertoe zal bij
dragen. dat het bedrijfsleven in steeds toe
nemende mate tot invoering van spaarrege
lingen zal overgaan. Het is haar voorts in
de praktijk gebleken, dat de door de werk
nemers krachtens reeds bestaande spaarrege
lingen bespaarde bedragen uit het loon of
het winstdeel in het overgrote deel van de
gevallen buiten de onderneming worden be
legd. De bedragen worden veelal ten be
hoeve van de betrokkenen hetzij op een
individuele rekening bij een bank of op
een spaarbankboekje gestort, hetzij in een
spaarfonds. Uit een oogpunt van verklei
ning van de risico's voor de werknemers
wordt aan de belegging buiten de onder
neming (bij b.v. een spaarbank) de voor
keur gegeven. Weliswaar zijn te dien aan
zien in het wetsontwerp (nog) geen be
paalde voorwaarden gesteld, doch de ont
wikkeling in deze zal door de bewindslieden
nauwgezet worden gevolgd.
De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat
mede door deze wet (welke een belangrijke
uitbreiding betekent van het oorspronkelijke
ontwerp „Voorzieningen met betrekking tot
werkgeversbijdragen aan bouwspaarfond-
sen") de spaargelden uit hoofde van be
drijf sspaarregelingen van toenemende be
tekenis zullen worden.
Wij achten het daarom van belang reeds
thans het wetsontwerp vrij uitvoerig te be
spreken, mede aan de hand van de Memorie
van Antwoord, uitgebracht op 8 september
1960.
Wat houdt het wetsontwerp in?
Het wetsvoorstel houdt in een vrijstelling
van loon- en inkomstenbelasting, en daar
mede van de premieheffing A.O.W. c.a. en
van de premieheffing voor de overige so
ciale verzekeringen voor door werkgevers ge
dane uitkeringen aan werknemers ingevolge
een spaarregeling en voor aanspraken daarop.
Wat is de maximale vrijstelling?
De uitkeringen zijn vrijgesteld van
loon- en inkomstenbelasting enz. voor zover
die uitkeringen niet meer bedragen dan
390,voor ieder kalenderjaar, waarin
de werknemer overeenkomstig de regeling
heeft gespaard.
Voor de toepassing van dit maximum
dient ieder jaar afzonderlijk te worden be
oordeeld. Indien b.v. in 1961 uit hoofde van
door de werknemer op het loon bespaarde
bedragen een werkgeversbijdrage kan wor
den toegekend van 50,en in 1962 een
spaarpremie/winstuitkering van 600,
plaats vindt, zal van laatstbedoeld bedrag
210,buiten de vrijstelling vallen, ook
al belopen in 1961 en 1962 tezamen de uit
keringen minder dan tweemaal de maxi
male vrijstelling.
Wat verstaat het ontwerp van wet onder
„spaarregeling"?
Het ontwerp van wet kent tweeërlei soort
spaarregelingen, nl. de premiespaarrege
ling en de winstdelingsspaarregeling.
Het meest kenmerkende verschil tussen
beide soorten van spaarregelingen is, dat
bij de laatstbedoelde naast de werkgevers
bijdrage (de winstuitkering) geen eigen stor-
137