aan de bank te worden overgedragen, ter wijl door de aankoopvereniging een z.g. terugkoopverklaring wordt afgegeven, waar bij deze zich verbindt het gefinancierde werktuig van de bank terug te zullen kopen tegen een bedrag, gelijk aan het saldo, dat de schuldenaar in geval van wanbetaling te eniger tijd aan de bank mocht schuldig zijn. Hoewel de voorwaarden van deze rege lingen, met name van de algemene regeling, wat de rente- en aflossingsverplichtingen betreft, aanmerkelijk gunstiger zijn dan die welke gelden bij afbetalingsovereenkomsten, zijn er nog altijd boeren die van de diensten van financieringsmaatschappijen gebruik maken. Dit wordt in de hand gewerkt, door dat particuliere handelaren in landbouw werktuigen dikwijls hun bemiddeling ver lenen bij het tot stand brengen van huur koop- of afbetalingstransacties tussen finan cieringsmaatschappijen en kopers van land bouwwerktuigen. In vele van deze gevallen zou de koper beter geholpen zijn geweest, indien hij zich tot de boerenleenbank gewend had. Met het oog hierop is in de afgelopen maand aan onze banken medegedeeld, dat ook voor het geval een landbouwwerktuig van een particuliere handelaar betrokken wordt een soortgelijke regeling kan worden toegepast als sinds 1957 geldt voor de finan ciering van landbouwwerktuigen, die bij aan koopverenigingen gekocht worden. Ook bij aankoop via de particuliere handel zal dus een voorschot gegeven kunnen worden met een looptijd van twee jaar en tot een bedrag van 2/3 van de aankoopwaarde van het ge kochte werktuig. De terugkoopverklaring zal door de handelaar afgegeven moeten worden, waarbij uiteraard de soliditeit en betrouwbaarheid van de handelaar moet vast staan. Tot meerdere zekerheid voor de aldus verstrekte posten zal door het Onder ling Waarborgfonds Afdeling C een garan tie gegeven worden tot maximaal 50 °/o van het verlies, dat de bank daarop eventueel zou mogen lijden. Wij hebben goede hoop, dat vooral die boeren zich tot deze nieuwe mogelijkheid aangetrokken zullen voelen, die hun werk tuigen van de particuliere handel plegen te betrekken en tot nu toe gewoon waren de fi nanciering aan hun handelaar over te laten. De handel zelf zal, naar wij vertrouwen, zijn aspirant-kopers naar de boerenleenbank wil len verwijzen, daar een goede en billijke financiering de afzet van de landbouwwerk tuigen zal bevorderen. Onze banken zullen er goed aan doen de handelaren in hun werkgebied op de financieringsmogelijk heden te attenderen. Bovenstaande regel kan zeker toepasselijk worden geacht voor het besluit van de Duitse en Nederlandse regering tot revaluatie van hun respectievelijke valuta ten opzichte van de U.S. dollar met 5 Na een viertal deva luaties van de Nederlandse gulden in de af gelopen 25 jaar is thans voor het eerst, zij het in zeer bescheiden mate, sprake van een waardevermeerdering van ons betaalmiddel. De gevolgen hiervan voor Nederland zul len zijn, dat de in het buitenland gekochte goederen goedkoper zullen zijn, met uitzon dering van de Duitse produkten, die niet in prijs zullen veranderen. Daartegenover zul len de Nederlandse produkten bij export een lagere prijs opbrengen, behalve wellicht op de Duitse markt. Voor de Nederlandse land en tuinbouw zal dit ten gevolge hebben, dat wij in nog sterkere mate dan voorheen al het geval was, zullen zijn aangewezen op export van onze produkten naar West-Duits- land. Tegenover het nadeel van een lagere prijs bij export naar de overige landen staat het voordeel van een mogelijke prijsverla ging van buitenlandse grondstoffen. Bij de voergranen, die de belangrijkste buiten landse grondstof zijn voor onze landbouw, profiteert de boer echter niet rechtstreeks van de prijsverlaging, maar komt dit voor deel middels de verhoogde monopoliehef fingen ten goede aan het Landbouw-Egali- satie-Fonds. Al met al geloven wij, dat er weinig reden is voor onze boeren en tuinders om erg enthousiast te zijn over de onmiddellijke ge volgen van de revaluatie van onze gulden, hoewel de versterking van de positie van de gulden in de wereld, en daarmee de krediet waardigheid van Nederland, indirect ook in hun belang is. EEN NIEUWE LENTE EN EEN NIEUW GELUID 82

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 8