mr. H. H. SCHRODER t
Wel is de Centrale Bank in de aanvang van 1961 zwaar getroffen.
Thans staan wij in diepe verslagenheid bij het plotseling heengaan van mr.
H. H. Schröder, onderdirecteur van de Centrale Bank. Tijdens een jubileum
receptie werd hij, nadat hij een toespraak had gehouden, door een hart
aanval getroffen, die zijn onmiddellijk einde betekende.
Ons diepgevoeld medeleven gaat uit naar zijn echtgenote en kinderen, die
wel reeds in bezorgdheid over de gezondheid van hun man en vader leefden,
maar door deze ramp volkomen werden verrast.
Ook echter voor de Centrale Bank betekent zijn heengaan een zeer groot
verlies.
De heer Schröder werd op 8 mei 1899 in Dordrecht geboren. Na de H.B.S.
te hebben afgelopen, behaalde hij het eindexamen van de zeevaartschool,
doch na een jaar als derde stuurman te hebben gevaren, moest hij om ge
zondheidsredenen omzien naar een carrière aan de wal. Nadat hij het prak
tijkdiploma boekhouden had behaald, volgde op 1 augustus 1921 zijn aan
stelling als inspecteur bij de Centrale Bank. Zijn studie voor het examen
middelbaar boekhouden werd kort daarna met succes bekroond. Na de
Tweede Wereldoorlog bekwaamde de heer Schröder zich in zijn vrije tijd
voor zijn doctoraal examen in de rechten, dat hij in 1948 met goed gevolg
aflegde. In 1948 werd hij benoemd tot waarnemend hoofdinspecteur, terwijl
de heer Schröder in 1955 de heer Hendriksen als hoofdinspecteur opvolgde.
In 1960 volgde zijn benoeming tot onderdirecteur.
In een bijna 40-jarige werkzaamheid heeft de heer Schröder de Raiffei-
senorganisatie zeer belangrijke diensten bewezen. Met grote bekwaamheid,
energie en toewijding vervulde hij zijn taak. De studie van bijzondere en
moeilijke onderwerpen deed hij grondig en zijn natuurlijke aanleg tot een
even grondige uitleg bracht hem tot een uitgesproken voorkeur voor het in
leiden van onderwerpen en het houden van cursussen en lezingen. Naast zijn
drukke werkzaamheden heeft hij tijd gevonden het boek „Algemene Voor
lichting" te schrijven. Een tijdrovend omvangrijk werk, waarin aan de hand
van de statuten volledig de taak van beheerders van boerenleenbanken
wordt omschreven. Onder zijn leiding werd de inhoud van dit boek in een
lezingenserie door het gehele land behandeld.
Zijn veelvuldig contact met de aangesloten banken was gericht op de
eenheid en de solidariteit van onze landbouwkredietinstellingen.
De vele bewijzen van deelneming, ontvangen van de zijde van de aan
gesloten banken getuigen van de grote waardering en het aanzien, dat de
overledene ook in die kringen genoot.
Bij ons zal de grote verdienste van de heer Schröder voor het Nederlandse
landbouwkrediet steeds in dankbare herinnering voortleven.
Hij ruste in vrede.
77