eventuele agio, destijds betaald bij aankoop
der nog aanwezige stukken.
Ook voor de jaarlijkse winstbepaling is
het onderscheid van waardering van belang.
Komt zowel fiscaal als voor de gewone ba
lans het disagio bij aankoop eerst in het jaar
van uitloting als winst tot uitdrukking, het
agio daarentegen wordt voor de gewone
balans in het jaar van aankoop ten laste van
de exploitatie gebracht, terwijl voor de fis
cale balans deze verliespost wordt uitgesteld
tot het jaar van uitloting.
Gestegen kredietvraag en effectenverkoop
Meestal zijn obligaties in het bezit van de
bank gekomen in een tijd van geldruimte.
Bij verminderde kredietverlening werd daar
door de rentabiliteit verstevigd, al werd
daarmee tevens een koersrisico aanvaard.
Hoewel het bij aankoop steeds in de bedoe
ling lag de stukken tot de uitloting te behou
den en het waarderingssysteem daarop is af
gestemd, kunnen de omstandigheden in de
loop der jaren dusdanig gewijzigd zijn, dat
verkoop gewenst of noodzakelijk moet wor
den geacht, bijvoorbeeld in verband met de
toegenomen kredietvraag of tot behoud van
de in de dispensatieregeling vastgelegde
liquiditeitsnormen.
Overeenkomstig haar doelstelling zal de
bank aan de kredietvraag gaarne tegemoet
komen en vinden effectenverkopen in voor
komende gevallen zo nodig plaats. Eventuele
koersverliezen en verkoopkosten worden
daarbij aanvaard in de redelijke verwach
ting, dat deze in de komende jaren uit de
meerdere rente over de gestegen uitzet
tingen zullen worden terugverdiend.
Men spant daarbij echter het paard ach
ter de wagen door in geval van verkoop
steeds de voorkeur te geven aan die effec
ten, welke het kleinste koersverlies opleve
ren, zonder te letten op het lage rentetype,
de lange looptijden, de ongunstige uitlo-
tingsvoorwaarden enz. van de laaggeno-
teerde stukken, die men overhoudt. Deze
voorkeur zou er op den duur toe kunnen
leiden, dat men misschien blijft zitten met
de voor een bank minst aantrekkelijke
stukken.
Bij de verkoopkeuze zal de Centrale Bank
van advies kunnen dienen en zij zal daarbij
rekening kunnen houden met alle bij elk in
dividueel geval passende argumenten en
omstandigheden.
Op 26 januari 1961 passeerde het spaartegoed
bij de Coöp. Boerenleenbank „Aalten" de 10
miljoen. Dit was voor bestuur en raad van
toezicht aanleiding om op 1 februari daaraan
volgend dit heuglijke feit in een feestelijke
bijeenkomst te vieren. Aan de spaarder, die
bovengenoemd bedrag volmaakte, werd een
cheque van 100,ter hand gesteld.
De prijswinnaar stelde het bedrag spontaan
beschikbaar voor de wereldhulpactie. De bank
heeft het toen verdubbeld. Verder werd nog
een zestal andere spaarders verrast met een
cheque.
Ten slotte is deze bijzondere gelegenheid
aangegrepen om een propaganda-actie te
voeren.
Men heeft dit gedaan door een exclusieve
fotoreportage van de plechtigheden als bijlage
te voegen bij het blad „Boerenbelangen". Dit
blad wordt door de gezamenlijke coöperaties
ten behoeve van hun leden uitgegeven.
AALTEN
De feestelijke overhandiging van de cheque
113