organisatie kalender
richting werken en de grotere dorpen reeds
aftasten om bijkantoren te vestigen.
En wie zegt dat in een klein dorp, waarin
een boerenleenbank thans moeite heeft het
hoofd boven water te houden, er niet iets
veranderen kan dat de hele situatie om
vormt? Is men er echter eenmaal weg, dan
is een terugkomen veel moeilijker.
We kunnen toch met 700 broers wel een paar
zwakke kinderen door de moeilijkheden
heen werken, temeer als we allen veilig zit
ten onder de grote beschermende paraplu
der Centrale Bank.
Men kan natuurlijk werken met zittings
dagen hier en daar. Doch het contact wordt
minder en wie ver weg zitlaat ik
hier de boerenuitdrukking maar niet plaat
sen, doch het tegenovergestelde zeggen: wie
dicht bij het vuur zit warmt zich het best.
De voorschot- en kredietnemers blijven wel.
Hoewel dat in de toekomst ook gaat min
deren als de bank uit het dorp verdwijnt.
Doch de kleine spaarders, die gaan niet op
reis om een vijftig gulden weg te brengen
en die vertrouwen hun geld niet toe aan die
vreemde, die elke donderdag komt, maar
aan hun eigen kassier!
We hebben in het lijvige rapport over de
boerenleenbanken al onze feilen en fouten
kunnen lezen, maar ondanks dat hebben we
toch maar het grootste vertrouwen in Neder
land, gezien de geplaatste spaarcenten.
Laten wij zeer voorzichtig zijn en laten we
goed beseffen, wat hier op het spel staat.
Moet de draad met het verleden doorgeknipt
worden?
Niet lang geleden dronken we een borrel na
een gezellige jachtdag. Er waren vogels van
diverse pluimage in dat gezelschap. Ik zat
toevallig naast de directeur van een grote
commerciële bank. Toen hij hoorde dat ik
kassier van een boerenleenbank was, zei hij:
„Als ik dat geweten had, had ik vandaag
een keer op je geschoten". Ik grijnsde over
m'n glas heen naar hem (ik had nog al wat
meer geschoten dan hij) en vroeg: „Zitten
we je dwars?"
„Dwars! dwars! Jullie zijn onze gevaarlijk
ste concurrent aan het worden!" Waarop ik
zei: „Als de boerenleenbanken de kans heb
ben in jullie jachtveld te dringen, is er er
gens iets mis met jullie, anders bestond die
kans niet". Er waren een paar zakenmensen
bij, die me groot gelijk gaven. Ze hadden
ten gevolge van hun bedrijven 't meest met
commerciële banken te maken, doch deden
graag zaken met de boerenleenbanken. Wel
wat stroef, maar solide en niet te duur!
Als men de jaarverslagen leest, zijn prak
tisch alle boerenleenbanken groeiende. In
haast wel alle opzichten is de Engelse voet
balspreuk hier ter zake dienende: „Never
change a winning team!"
Concentratie kan in exceptionele gevallen
nodig zijn, doch het als streven te zien is
m.i. funest.
De bank, waar ik werk, is een kleine (lees
dus: vrije tijds-) bank. Werk genoeg aan de
winkel in deze eerste periode van het jaar;
toch meende ik deze gedachten op papier
te moeten zetten. Een debat zou ik er gaarne
aan wagen. Een kassiertje
1961 heeft z'n kortste maand achter de
rug. De ons doorgegeven gebeurtenissen
uit de organisatie op het gebied van de
jubilea overziende, bleek februari toch
goed mee te hebben gedaan.
Voor velen vielen er gedenkwaardige
data in de afgelopen weken, terwijl de
bijzondere mijlpalen, die sommige leden-
banken passeerden, de gehele organi
satie weer eens in de schijnwerpers
brachten.
110