VRAAG EN ANTWOORD Cessie van vorderingen op binnenlandse en buitenlandse afnemers (bestaande en toe komstige) Nu zullen wij nog een bepaalde zeker- heidsvorm bespreken, die gebruikt wordt als een handelaar bij de boerenleenbank kre diet opneemt voor de financiering van zijn vorderingen op afnemers. Tot zekerheid voor een dergelijk krediet worden veelal de handelsvoorraden van de handelaar, zowel de bestaande als de toekomstige, overgedra gen, alsmede de vorderingen die hij op zijn afnemers heeft of zal hebben terzake van produkten, die hij aan hen geleverd heeft of nog zal leveren. Als de handelaar op het ogenblik van het tekenen van de cessieakte al produkten ge leverd heeft, worden de vorderingen die hij dientengevolge op zijn afnemers heeft, met een door de cessieakte aan de bank over gedragen. Meestal is het echter de bedoe ling, dat ook die vorderingen overgedragen zullen worden, die hij op zijn afnemers zal verkrijgen terzake van produkten, die hij nog aan hen zal leveren. Hier heeft men nu echt met toekomstige vorderingen te ma ken (zie ons vorig artikel in deze rubriek). Een rechtsverhouding tussen de handelaar en zijn afnemers, op grond waarvan de leve ring zal plaatsvinden, zal gewoonlijk ont breken. Daarom is het niet mogelijk, deze vorderingen reeds bij de cessieakte aan de bank over te dragen. In de cessieakte zal alleen de verplichting van de handelaar kunnen worden vastgelegd, om de vorde ringen die hij op zijn afnemers zal verkrij gen aan de bank te zullen overdragen, indien hij produkten aan hen geleverd zal hebben. Voor de cessie van deze later ontstane vor deringen is dus het opmaken van een af zonderlijk stuk vereist. Gewoonlijk kan dit op vrij eenvoudige manier geschieden. De handelaar zal namelijk ééns per veertien dagen (of andere, door de bank te bepalen, perioden) aan de bank een door hem onder tekende lijst opsturen. Op deze lijst worden de namen van alle afnemers vermeld, als mede het bedrag dat hij van die afnemers te vorderen heeft. De cessielijst behoeft niet gezegeld te zijn. Pas door de ondertekening van deze z.g. cessielijst komt de overdracht tot stand van de vorderingen op de latere afnemers. Wij willen dit hier nog eens uit drukkelijk beklemtonen. Wij hebben name lijk wel eens ervaren, dat het opzenden van ondertekende cessielijsten na het tekenen van de cessieakte dooi- de kredietnemer van de bank vergeten wordt. Voor de bank is dat echter funest; haar krediet is immers dan niet door de cessie gedekt. In zulk een si tuatie is er geen cessie tot stand gekomen. De bank moet daarom bij haar kredietnemer erop aandringen, dat deze regelmatig de cessielijsten aan de bank opstuurt. Men ziet dus, dat een kredietverlening tegen cessie van vorderingen op afnemers een kwestie van vertrouwen is. Alleen als de bank weet dat zij op haar kredietnemer aan kan, kan zij tot verstrekking van krediet tegen deze zekerheid overgaan. Gewoonlijk wordt trouwens in de akte de bepaling ge maakt, dat door de kredietnepier slechts tot een zeker percentage van de vorderingen, die hij aan de bank heeft overgedragen, over het krediet kan worden beschikt. Wan neer de bank b.v. een krediet in lopende rekening heeft verstrekt aan een bollenhan- delaar, die tot gewoonte heeft zijn bollen naar het buitenland te exporteren, wordt in de regel de bepaling gemaakt, dat de han delaar alleen over het krediet kan beschik ken tot een bedrag, gelijk aan 50 van de totale som der door hem gecedeerde vorde ringen. Nog in een ander opzicht is de krediet verlening tegen cessie van vorderingen op afnemers een kwestie van vertrouwen tussen de bank en de kredietnemer, in vele geval- 104

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 30