Het eerste werk voor de afdeling buitenland
van de Centrale Bank was dus contact met
(deviezen)banken in andere landen te leggen
teneinde tot een wederzijdse zakenrelatie te
komen, en daarbij, voor zover mogelijk we
derzijds, rekeningen te openen. Een werk van
vaak moeizaam en vooral vasthoudend cor
responderen en marchanderen, dat echter
langzamerhand toch vruchten begon af te
werpen, mede door het op gang komen van
de buitenlandse handel van de zijde van de
clientèle van onze organisatie.
Het was ook in de tijd onmiddellijk na de
oorlog, dat één van onze grote coöperaties
ons de opdracht verstrekte een accreditief te
openen in Rusland ter financiering van de
import uit dat land van een belangrijke hoe
veelheid grondstoffen. Van enige officiële
verbinding of herstel van een zodanige voor
oorlogse verbinding, op zakelijk en finan
cieel gebied, tussen ons land en Rusland was
toen nog geen sprake, zodat het geen nadere
toelichting behoeft dat deze opdracht, be
halve dat zij onze afdeling buitenland ver
raste, haar voor een groot probleem stelde.
De zaak werd echter, na van a tot z te zijn
bekeken, op snelle en efficiënte wijze aan
gepakt, en de verrassing van de zijde van
onze betrokken cliënte was zo mogelijk nog
groter toen wij 2 a 3 dagen later tele
grafisch bericht uit Moskou ontvingen dat
een met name genoemd Russisch schip
met de lading onderweg was naar Rotter
dam, waar de goederen enige dagen nadien
werden afgeleverd. Cliënte zelf verklaarde
later dat harerzijds in de gegeven omstan
digheden geen enkele fiducie had bestaan in
de mogelijkheid van uitvoerbaarheid van de
transactie.
In diezelfde tijd nam de afdeling buitenland
ook het initiatief om buitenlandse bankrela
ties attent te maken op praktisch het gehele
exportpakket van de toenmalige clientèle
onzer organisatie, met het doel, betrouwbare
cliënten-importeurs van die buitenlandse
bankrelaties in contact te brengen met cliën
ten-exporteurs onzer organisatie. Hierdoor
kon rechtstreeks medewerking worden ver
leend aan het scheppen van afzetmogelijk
heden respectievelijk het verkrijgen van tech
nische gegevens omtrent buitenlandse mark
ten, een service die de afdeling buitenland
nadien nog vele malen en in velerlei op
zichten heeft kunnen verlenen en, desge
vraagd, nog steeds verleent.
In het kader van de deviezencontrole kregen
vele aangesloten banken, vooral ook door de
toenemende emigratie, te maken met bij hen
door niet-ingezetenen aangehouden tegoe
den. Na een inventarisatie van die tegoeden
werden door bemiddeling van de Centrale
Bank ten behoeve van de betrokken aange
sloten banken vergunningen aangevraagd en
verkregen tot het aanhouden dier tegoeden
in hun boeken, onder supervisie en verant
woordelijkheid van de Centrale Bank. De
desbetreffende bij aangesloten banken aan
gehouden rekeningen werden nadien, naar
gelang van oorsprong, aard en deviezen-
technische aanwendbaarheid van de daarop
uitstaande tegoeden, van een letter-aandui-
ding voorzien vandaar de naam letter-
rekeningen terwijl de aangesloten banken
door de Nederlandsche Bank algemeen wer
den erkend en aangewezen als kantoren, ge
machtigd tot het voeren van zodanige letter-
rekeningen. met handhaving van de super
visie en verantwoordelijkheid van de zijde
der Centrale Bank.
De eerder geschetste toenmalige situatie met
betrekking tot het internationale handels-
en betalingsverkeer stelde de Westeuropese
landen weliswaar in staat handel te drijven
en daaruit voortvloeiende vorderingen en
schulden te verrekenen, doch het noodge
dwongen ingevoerde z.g. bilaterale systeem,
gebaseerd op een streng gereglementeerd
handels- en betalingsverkeer uitsluitend tus
sen 2 landen onderling, begon als een rem
te werken op de zo noodzakelijke verdere
economische ontwikkeling van Westeuropa.
Dit kwam o.a. daarin tot uitdrukking dat
een uit een bilateraal akkoord voortvloeiend
voordelig saldo in het algemeen niet te ver
rekenen was bij gebrek aan aanvaardbare,
vrij inwisselbare deviezen (destijds uitslui
tend de dollar en de vrije Zwitserse frank,
die ook inwisselbaar waren tegen goud). Het
gevolg was dat de 2 betrokken landen het
dan vaak maar zoveel mogelijk „op een ak
koordje gooiden" door een zich veelal op
hopende kredietverlening, waarmede men
echter ook niet kon blijven doorgaan.
Onder die omstandigheden trachtte men zich
onderling wat lucht te verschaffen door
z.g. reciprociteits- of compensatietransacties,
102