DE AFDELING BUITENLAND VAN DE CENTRALE BANK. Evenals aan andere afdelingen heeft de redactie van de Raifteisen-Bode ook aan de afdeling buitenland van de Centrale Bank gevraagd iets naders omtrent haar werk zaamheden te vertellen. Aan dit verzoek wordt gaarne voldaan, temeer daar het on langs juist 15 jaar geleden was dat de al- deling buitenland met haar werkzaamheden begon. Aanleiding daartoe was een verzoek van de Nederlandsche Bank of de Centrale Bank deviezenbank zou willen worden, gemach tigd om, met inachtneming van een complex spelregels, werkzaam te zijn in het betalings verkeer tussen ons land en het buitenland. In dit verzoek van de Nederlandsche Bank mocht zonder twijfel, naast een bewijs van officiële erkentelijkheid voor het belangrijke aandeel van onze gehele organisatie in de geldzuiveringsoperatie, ook een erkenning van haar importantie in het financieel-eco- nomisch bestel van ons land worden gezien. Speciaal ook met het oog op de behartiging van de te verwachten import- en vooral exportbelangen van de clientèle van onze organisatie werd toen, na ampele overwe ging, besloten op het verzoek van de Neder landsche Bank in te gaan. Financieel-economisch heeft zich sedertdien in internationaal opzicht een ongekende evo lutie voltrokken, waarmede uiteraard ook de Centrale Bank, in haar werkzaamheid als deviezenbank, werd geconfronteerd. De ruïneuze situatie, waarin geheel West- Europa, als gevolg van oorlogshandelingen en/of bezetting aan het eind van de laatste wereldoorlog, verkeerde kwam, financieel- economisch bezien, tot uitdrukking in vrij wel totaal verdwenen goud- en deviezen reserves, een zwaar gehavend, vaak totaal vernield, produktieapparaat, alsmede in een groot gebrek aan voedingsmiddelen en ver- bruiksgoederen van allerlei aard. De Westeuropese landen, vrijwel geheel op zichzelf aangewezen, begonnen toen, ieder voor zich, de interne balans op te maken. Dit had tot gevolg dat, naast voorlopige handhaving van de reeds tijdens de oorlog ingevoerde distributie, elk Westeuropees land een autonoom en streng regiem in het leven riep op het gebied van controle op de binnenkomst, uitgave en wijze van besteding van deviezen alsmede op de in- en uitvoer van goederen in het algemeen. Het is duide lijk, dat deze zuiver en alleen op de natio nale belangen afgestemde controlesystemen, welke daardoor onderling veelal ook nog afweken, het internationale handels- en be talingsverkeer tot een zeer ingewikkelde, arbeidsintensieve en tijdrovende materie maakten, die uit de aard der zaak ook ton nen aan documentpapier verslond. Het ge heel verliep vaak stroef en kon zich, nood gedwongen, slechts op een vrij primitieve manier afspelen, d.w.z. steeds strikt beperkt tot 2 landen onderling, op grond van des betreffende tweezijdige (z.g. bilaterale) ver dragen. Deze verdragen werden voor een bepaalde tijd aangegaan, waarbij, nauwkeu rig omschreven, zowel contingenten voor de wederzijds uit te wisselen goederen en dien sten, als de wijze van onderlinge verrekening daarvan werden vastgesteld. Onder deze omstandigheden begon de afde ling buitenland van de Centrale Bank met haar werkzaamheid. Het betalingsverkeer tussen 2 landen onder ling speelde zich toen af, hetzij rechtstreeks via daartoe gemachtigde particuliere banken (z.g. deviezenbanken), hetzij, indien in enig land het internationaal betalingsverkeer nog was gecentraliseerd bij een clearinginsti- tuut, wél met particuliere banken in dat land, echter met verrekening via respectie velijk onder controle van het clearinginsti- tuut daar te lande. HAAR ONTSTAAN EN GROEI. 101

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 27