doende onroerende goederen in waarborg te geven, zijn zeer talrijk. Ongeveer de helft van de Belgische landbouwexploitanten zijn huurders. De 2hs van de landbouwgrond worden in huur geëxploiteerd. b) Het Fonds verstrekt rentesubsidies Het L.l.F. wordt gebruikt om toelagen toe te kennen aan de kredietinstellingen, waardoor zij in staat worden gesteld le ningen met welbepaalde doeleinden tegen verminderde rentevoet toe te staan. De rentetoeslag mag niet tot gevolg heb ben de rentevoet met meer dan 3 °/o te ver minderen; hieruit blijkt dat de rentesubsidie maximum 3 zal bedragen; de rentetoe slag kan minder bedragen. Er is voorzien dat de tussenkomst van het L.l.F. gelijktijdig kan worden toegepast in zake waarborgverstrekking én rentesubsidie, m.a.w. voor eenzelfde lening kan het Fonds waarborg verstrekken en kan het Fonds een rentesubsidie toekennen. III. Wanneer kan het L.l.F. optreden? Het L.l.F. heeft tot doel bijkomende fi nanciële hulpmiddelen ter beschikking te stellen van de land- en tuinbouwers, als mede van hun verenigingen en coöperaties. De tussenkomst van het L.l.F. is voorzien in vier gevallen: 1Bij investeringsverrichtingen d.w.z. bij verrichtingen welke erin be staan goederen van blijvende aard te ver werven, uit te breiden of te verbeteren, zo als grond, gebouwen en constructies (met inbegrip van de huisvesting van het gezin), de bedrijfsuitrusting, de installaties, machi nes, werktuigen en materieel. Wij staan hier tegenover een belangrijk, doch tevens delicaat gedeelte van de tekst inzake L.l.F. De omschrijving is zeer alge meen en een betere uitstippeling van het toepassingsgebied 'zal moeten tot stand ko men. Het is nu de taak van de Overheid, na overleg met de betrokken kredietinstan ties, het toepassingsgebied te omschrijven. De besprekingen in de wetgevende Ka mers hebben ook reeds in dit verband een en ander uitgewezen. De uitbreiding van de veestapel valt alvast niet onder het toepas singsgebied. Op aankoop van gronden zal het L.l.F. alleen toepassing vinden wanneer die aankoop economisch noodzakelijk is om de rendabiliteit van het bestaande bedrijf te verzekeren. 2. Bij omschakeling van bedrijven ingevolge gewijzigde economische omstandigheden In dc huidige stand van zaken zijn recon versies noodzakelijk en deze vergen aan zienlijke kapitalen. Als voorbeeld kunnen wij citeren: de overschakeling van een te klein landbouwbedrijf naar tuinbouw (glas cultuur). 3. Bij installatie van landbouwers en tuin ders Het betreft hier praktisch kredieten voor de overname van een bedrijf voor jonge ge zinnen. 4. Bij de verwerking en de commercialisa- tie van land- en tuinbouwprodukten Het ligt in de bedoeling de landbouwcoö peraties onder bepaalde omstandigheden te laten genieten van het L.l.F. IV. Over welke middelen beschikt het L.I.F.? Volgens art. 4 van de wet wordt het L.l.F. als volgt gestijfd: 1/ door een jaarlijkse dotatie van ten min ste 100 miljoen F, vanaf 1961 op de be groting van het Ministerie van Land bouw, uitgetrokken. Dit vormt de voor naamste bron van het Fonds. 2/ daarnaast zal het Fonds beschikken over bijkomende middelen, waarvan de om vang eerder beperkt is: het saldo van het voorschot van 115 miljoen F door de wetten van 24 maart 1952 en van 11 maart 1958 aan het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet verleend om het toekennen van leningen aan coöpera tieve vennootschappen te vergemak kelijken; 89

Rabobank Bronnenarchief

T06 | 1961 | | pagina 15