In memoriam W. P. A. F. Hartgring Op 14 december jl. overleed onverwacht, hoewel zijn gezondheidstoestand de laatste jaren te wensen overliet, onze medewerker W. P. A. F. Hartgring. Hij was sedert 1920, met onderbreking van een aantal jaren, aan de bank verbonden. Al spoedig kreeg hij het beheer over de materiaalafdeling, welke door zijn bijzondere aanleg floreerde. Vele kassiers zullen in die jaren de heer Hartgring hebben ontmoet en nut gehad hebben van zijn adviezen. Hij had speciale belangstelling voor druktechnieken, papiersoorten, reclame en propaganda. Een aantal hervormingen op organisatorisch en administra tief terrein zijn aan zijn inzicht en uitvoering te danken. Na zijn terugkomst bij de bank werkte de heer Hartgring mede aan het geld- en giroverkeer. Wij zullen ons hem herinneren als een ijverig man met bijzondere capa citeiten. In memoriam J. A. van Zurk Op 5 januari 1961 overleed na een zeer kortstondige ziekte de heer J. A. van Zurk, adjunct-hoofdinspecteur van de Centrale Bank. Met diepe verslagenheid staan wij bij dit plotselinge heengaan van een van onze beste medewerkers, in de kracht van zijn leven. Op 1 januari 1925 kwam hij bij de Centrale Bank in dienst, aanvankelijk bij de administratie, al spoedig bij de binnendienst van de afdeling inspectie, om op 1 juli 1932 tot inspecteur te worden benoemd. Vooral in deze laatste functie, die hij tot I juni 1960 bekleedde (toen zijn benoeming tot adjunct-hoofdinspec teur volgde), heeft hij veel en goed werk gedaan. Bescheiden van aard, met een zeer scherpzinnig verstand begiftigd, vergde hij het maximum aan inspanning van zichzelf en inspireerde daardoor ook degenen, met wie hij in aanraking kwam. De kassiers en bestuursleden van onze aangesloten banken kenden hem als een man, die van hen verwachtte wat hij zichzelf oplegde. Niets was hem te veel en hij offerde heel wat vrije tijd op om voor de banken te bereiken wat hij zich als doel stelde. Daarnaast kon hij nog tijd vinden om als lid van de redactiecommissie aan de samenstelling van de Raiffeisen-Bode mede te werken. Van het boek „Handleiding voor de administratie en beschrijving van de boekhoudmethode der Coöp. Boerenleenbanken" was hij één van de beide schrijvers. Ook in de uitoefening van zijn nieuwe functie na zijn bevordering tot adjunct-hoofdinspecteur heeft hij zich in korte tijd door zijn energie en bekwaamheid zeer verdienstelijk gemaakt. Wij verliezen in hem een van onze beste krachten, een man, die bezield was met de voortdurende wil tot perfectionering van het landbouwkredietapparaat. Zijn vrouw en dochter moge dit getuigenis tot enige troost zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 8