gelden van een minderjarige zonder mach tiging van de kantonrechter niet anders mag beleggen dan op een viertal met name genoemde wijzen. Het gevolg van deze be paling is, dat een voogd de gelden van de minderjarige wel zonder machtiging van de kantonrechter mag beleggen bij de Rijks postspaarbank (op een speciaal spaarboekje voor minderjarigen), maar dat het hem ver boden is die gelden te beleggen op een spaarbankboekje van de boerenleenbanken of van een algemene spaarbank. Door ons wordt deze bepaling al lang als onbillijk gevoeld. Het komt zelfs voor, dat een bank, na het overlijden van een spaar der, het spaartegoed van de minderjarige kinderen op gezag van de kantonrechter moet overschrijven naar de R.P.S.! Gelukkig is er bij de Staten-Generaal een wetsontwerp aanhangig, dat de spaarbanken van de boe renleenbanken en andere „erkende" spaar- instellingen in dit opzicht gelijk wil stellen met de R.P.S. Zolang het ontwerp nog geen wet is geworden, zijn onze banken echter af hankelijk van de machtiging van de kanton rechter. Wij menen, dat er in de huidige situatie, nu alle spaarinstellingen ingevolge de Wet toezicht kredietwezen aan controle onder worpen zijn, geen enkele reden is de R.P.S. wettelijk boven de andere spaarinstellingen te bevoordelen. Vele kantonrechters blijken deze mening te delen en geven daarom zon der bezwaar een machtiging af om de gelden bij een spaarbank van een boerenleenbank te beleggen. Helaas komt het soms ook nog voor, dat een kantonrechter weigert de machtiging af te geven. Wij hopen dat door het gebruik van dit model-verzoekschrift het aantal gevallen, waarin de gevraagde machtiging door de kantonrechter wordt geweigerd, nog verder zal kunnen worden beperkt. Ook onze ban ken kunnen voor de belegging van de gel den van minderjarigen, spaarbankboekjes voorzien van de clausule, dat tijdens de min derjarigheid slechts met toestemming van de kantonrechter over het tegoed mag wor den beschikt, afgeven. Bedenkt men daarbij dat het beheer van onze banken over de aan hen toevertrouwde gelden in alle opzichten solide is en met vele waarborgen omringd, dan is er naar onze mening geen enkele reden waarom een kantonrechter belegging bij onze spaarbanken minder gewenst zou achten. Verschillende van de bij ons aangesloten banken hebben in 1960 besloten met ingang van 1961 met elkaar een fusie aan te gaan. Zo ging de bank van Marssum samen met die in Deinum, de bank in Beetgum sloot zich aan bij die te Menaldum. Voorts ging de bank te Westerbroek over naar de bank in Hoogezand. De bank te Pieterburen besloot samen te gaan met haar zusterinstelling te Eenrum, terwijl de bank in Kuinre opging in de Landbouwbank „Steenwijkerwold". Wij verwachten dat ook in dit nieuwe jaar bij de aangesloten boerenleenbanken het concentratieproces zich onverminderd zal voortzetten. De grotere eenheden, die hieruit ontstaan, geven in het algemeen aan de betrokken banken ruimere ontwikke lingsmogelijkheden, zonder dat de dienst verlening er plaatselijk op achteruitgaat. Met behulp van bijkantoren of door het houden van zittingen op de daarvoor ge- eigende plaatsen kan worden voorkomen, dat de afstand tussen de cliënten en de bank te groot wordt, hetgeen afbreuk zou kunnen doen aan de spaarfunctie van de bank. Vooral bij banken, waarvan het kas sierschap geen volledige dagtaak vormt, is het mogelijk de service te vergroten, wan neer door bundeling van de werkzaamheden een volledige positie voor de kassier ont staat. Voorts moet worden bedacht, dat in verband met de kredietverlening steeds ho gere eisen dienen te worden gesteld aan de deskundigheid van de boerenleenbankfunc tionarissen. Vooral de kleinere banken blij ven op dit punt nog te vaak in gebreke. Om te voorkomen, dat deze weigering al leen zijn oorzaak vindt in onbekendheid van de kantonrechter met het boerenleenbank wezen, hebben wij in de afgelopen maand aan onze banken een model-verzoekschrift gezonden, dat een voogd, die de gelden van een minderjarige bij onze banken wil beleg gen, kan gebruiken om de vereiste machti ging aan de kantonrechter te vragen. In dit model zijn enkele gegevens betreffende onze organisatie opgenomen. FUSIONERING VAN BANKEN 4

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 6