ONZE CIRCULAIRES
Groep 0 Algemeen
In circulaire 0.50, gedateerd december
1960, werd aan de aangesloten banken een
regeling voorgelegd, waardoor de banken in
staat gesteld worden aan hun personeel inva
liditeitspensioen toe te zeggen. De opzet van
deze regeling is aan personeelsleden van aan
gesloten banken bij blijvende invaliditeit een
redelijk invaliditeitspensioen uit te keren.
Diverse formulieren werden bijgevoegd.
0.50 d.d. 23 december 1960. In aansluiting
aan de circulaire betreffende invaliditeitsver
zekering van personeel van boerenleenban
ken werd medegedeeld dat bij de desbetref
fende circulaire in afwijkingvan het gestelde,
één exemplaar van de pensioenbrief werd
gezonden.
0.53 van 30 december. In deze circulaire
werd de banken bericht dat met ingang van
1 januari 1961 de loongrens voor de sociale
verzekering is gesteld op 8.000,Voor de
algemene ouderdomswet is met ingang van
dezelfde datum het bedrag, waarover premie
verschuldigd is, verhoogd tot 8.250,
Groep 1 Spaarbank
1.01 van 15 december 1960. Het komt
regelmatig voor dat, in geval van overlijden
van een cliënt van een boerenleenbank, door
de kantonrechter bevolen wordt de aan diens
minderjarige kinderen toekomende spaargel
den te beleggen bij de Rijkspostspaarbank.
Veelal wordt door de betrokken voogd voor
keur gegeven aan belegging van de spaar
gelden bij de boerenleenbank. Hiertoe dient
een verzoek tot de kantonrechter te worden
gericht. Door de Centrale Bank is een model
verzoekbrief ontworpen waarvan een exem
plaar bij de circulaire werd gevoegd.
1.25 d.d. 1 december 1960. In aansluiting
aan circulaire 6.41 d.d. 23 november 1960,
betreffende het uitgeven van 33At tien
jarige spaardepositobrieven, worden in deze
circulaire nadere instructies aangaande de
boeking gegeven. De nog in het bezit van de
banken zijnde spaardepositobrieven van een
ander rentepercentage dienen aangetekend
aan de Centrale Bank te worden opgezonden.
Indien terug te zenden spaardepositobrieven
reeds zijn getekend door de voorzitter en een
lid van het bestuur, dient ter ontzegeling een
verklaring te worden bijgesloten. Een model
van deze verklaring werd bijgevoegd.
In circulaire 1.45 van 9 december 1960
werd aan de banken bericht dat er wijziging
is gekomen in de jeugdspaarwetformulieren.
Aan de banken werd tevens medegedeeld
hoe gehandeld dient te worden indien door
een deelnemer uitbetaling van premie wordt
verzocht. In een noot werd de banken ver
zocht de circulaire en de bijgesloten toelich
ting op form. 4104 te bewaren bij de in voor
raad zijnde spaarpremiekwitanties.
Groep 2 Voorschotten
2.70 van 9 december 1960. Sedert enige
jaren worden de meeste hypotheken
van de boerenleenbanken verstrekt in de
vorm van een bankhypotheek. Onder een
dergelijke hypotheek vallen ook later door de
bank te verstrekken voorschotten of kre
dieten. Niet ieder voorschot onder hypotheek
is echter geschikt om onder bankhypotheek te
worden verstrekt. In deze circulaire worden
enige gevallen genoemd, waarin een vaste
hypotheek de voorkeur verdient boven een
bankhypotheek.
Groep 4 Administratie
29 december 1960 werd onder no. 4.01 aan
de banken de jaarlijkse balanscirculaire ge
zonden, waarin richtlijnen voor de afsluiting
van de administratie per 31 december worden
gegeven.
37