heeft veel goeds, doch de organisatie der boerenleenbanken vraagt iets meer, wat zeer moeilijk onder woorden is te brengen. Hoogachtend, W. Dekker secretaris bestuur Coöp. Boerenleenbank „Wartena" Naschrift van de redactie. Echte „anti-fusie-mensen" tegen wie Kas sierzijn argumenten richtte, zijn naar onze mening in het bovenstaande niet aan het woord. Wij hebben ons wel eens afgevraagd of er wel zulke volbloed „anti-fusie-mensen" in onze organisatie bestaan. Wij twijfelen daaraan. In ieder geval zijn de heren Noor- lander en Dekker blijkbaar niet zonder meer „anti-fusie". Zij erkennen het goede in de argumenten van „Kassier"doch voeren tege lijk enige zakelijke bedenkingen aan. Hel is aardig te zien, dat beiden, elk op zijn eigen wijze, hetzelfde bezwaar tegen fusie naar voren brengen, nl. dat door fusie het contact met de plaatselijke gemeenschap verloren zou gaan. De heer Dekker vreest dal de grotere bank haar vat op de plaatselijke gemeen schappen ten plattelande zou verliezen, zulks ten gunste van de concurrentie, terwijl de heer Noorlander als grote moeilijkheid bij fusie ziet het feit, dat men leden en spaarders niet zonder meer naar een andere plaats kan sturen. Beide heren kunnen wij op dit punt gerust stellen. Bij alle fusies, welke wij tot nu toe hebben meegemaakt, is er heel in het bij zonder naar gestreefd dat toch vooral het contact met de vóór de fusie bestaande werk gebieden van de fusionerende banken be waard zou worden. Steeds worden daarvoor de nodige voorzieningen getroffen, hetzij door het houden van zittingen, hetzij door het handhaven van de fusionerende banken als bijkantoren van de nieuwe bank. Wij ge loven, dat van een fusie, mits goed uitge voerd, niet veel gevaar voor het verliezen van het contact behoeft te worden geducht. Het nauwkeurig onderzoek, waarvoor de heer Noorlander het pleit voert en dat aan iedere fusie moet voorafgaan, ligt geheel in de lijn van de Centrale Bank. De uiteindelijke beslissing of tot fusie moet worden overge gaan of niet, ligt echter niet bij de Centrale Bank maar bij de betrokken banken zelf. De Centrale Bank speelt slechts een adviserende, hoogstens een stimulerende rol. Ten slotte geloven wij, dat de heer Dekker het wel met ons eens zal zijn, dat er voor fusie in de praktijk altijd veel gewichtiger redenen zullen zijn dan enkel „het produktief maken van boekhoudmachines"Dit laatste kan één der redenen zijn, maar is dan niet los te denken van het grote geheel van motieven die voor een fusie kunnen pleiten. Wij willen de discussie over dit onderwerp nog niet sluiten en geven belangstellenden dus gaarne de gelegenheid in een volgend nummer hun licht over de concentratie te laten schijnen. Van de Coöperatieve Boerenleenbank „Nieu- wenhoorn" kunnen wij een opgewekt tafereeltje laten zien, hetgeen toch ook weer verband houdt met een mijlpaal, die bij deze bank werd bereikt. Op 28 november kwam het spaartegoed op 3 miljoen te staan door een storting ten gunste van de zusjes Wijnands, die beiden een boekje hebben bij de bank. Dat betekende voor de bank een dubbele hulde, waarbij de ouders met hun dochters werden uitgenodigd. Het overhandigen van de geschenken ging een beetje moeizaam blijkens de afbeelding, maar voor de jonge spaarsters was er een extra smakelijke attractie aan ver bonden. Voor de heer C. G. Trouw was dit een nieuwe ervaring als voorzitter van het bestuur. NIEUWENHOORN 34

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 36