MAN EN PAARD „Mijne heren, Naar aanleiding van het ingezonden stukje „Fusie waarom?" neem ik de vrijheid, mede op verzoek van de redactie, hierover de stem van de anti-fusie-mensen te doen horen, maar, ofschoon „Kassier" naar het mij lijkt volkomen de zwakke pun ten naar voren brengt van een fusie behoe vende bank, lijkt het mij toch gewenst de naar voren gebrachte zwakke plekken even onder de loep te nemen, alvorens men naar Wanneer, 't welk in het verleden meer plaats vond dan nu, een aanvrage bij de Centrale Bank binnenkomt om in een be paalde plaats tot oprichting van een boeren leenbank over te gaan, dan worden m.i. alle koppen bij elkaar gestoken om te over wegen of te dier plaatse levensvatbaarheid voor een boerenleenbank aanwezig is. Wijst het onderzoek zulks uit, dan zal men na in gewonnen adviezen tot oprichting overgaan. Bij de Centrale Bank zal men zeker gecon stateerd hebben of een groei eventueel uit de agrarische of de niet-agrarische sector te verwachten is, alhoewel men dit ten dele buiten beschouwing kan laten, omdat ten plattelande hoe langer hoe meer de boeren- leenbank/raiffeisenbank tot de dorpsbank is geworden, die de bankzaken voor de ge hele bevolking behartigt. Fusie is door plaatselijke omstandig heden zeker niet gemakkelijk. Ten slotte is een boerenleenbank geen kruidenierswinkel, die men willekeurig kan verplaatsen. De grote moeilijkheid lijkt mij toe dat men de leden of spaarders niet zonder meer naar een andere plaats kan sturen, vooral niet indien de nieuwe vestigingsplaats moeilijk vanuit de oude plaats is te bereiken. Terug komend op de bank, welke men aanvanke lijk levensvatbaar achtte: als de omstandig heden sterk zouden veranderen, de bevol king sterk zou zijn teruggelopen, er geen De opmerkingen van „Kassier" over „plaatselijke geschiedenis" en het feit, dat men meent zijn eigen boontjes wel te kun nen doppen, kan ik volkomen onderschrij ven. Deze zaken moeten volkomen buiten Zoals wij reeds verwacht hadden heeft het artikel „Fusiewaarom??", dat Kassier1 n het vorige nummer onder deze rubriek inzondtot enige reacties aanleiding gegeven. Wij verheugen ons daarover, want dit is een bewijs dat het belang van het vraagstuk van de concentratie wordt ingezien. In het bijzonder vinden wij het prettig dat wij ditmaal personen uit de bestuurscolleges van onze banken aan het woord kunnen laten. aanleiding van enkele feiten de conclusie zou moeten trekken dat fusie een noodzaak zou kunnen worden. uitzicht op industrie is of wat dan ook, ja dan moet men trachten de bakens te verzetten en als het mogelijk is een fusie aangaan met een bank in de naaste om geving. Ten slotte is een boerenleenbank ook een zakelijke onderneming. Blijkt het dat de exploitatie van de bank niet sluitend is te maken en er geen voldoende uitzicht op verbetering is, dan zou het dwaasheid zijn zich tegen fusie te verzetten, veronder steld natuurlijk dat die mogelijkheid aan wezig is. Alvorens hiertoe over te gaan, waarvoor m.i. altijd vele moeilijkheden overwonnen moeten worden, dient, met be hulp van de Centrale Bank, nauwkeurig onderzocht te worden of de mogelijkheid tot voortbestaan inderdaad niet aanwezig is. 32

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 34