stukken ter inzage te sturen aan de Cen trale Bank, tegelijkertijd met het aanvragen van de dispensatie. Als de condities waaronder de lening is verstrekt, die als onderpand wordt aange boden, niet tot bezwaar aanleiding geven, moet vervolgens de waarde van het onder pand, dat hyothecair verbonden is voor de lening welke men aan de boerenleenbank terinpandgeving aanbiedt, worden bezien. Als de boerenleenbank zelf een lening onder zekerheid van hypotheek verstrekt, geldt voor haar als regel, dat de overwaarde der te verbinden goederen ten minste een derde gedeelte van de getaxeerde waarde van de verbonden onroerende goederen moet be dragen, tenzij nog andere zekerheid wordt gesteld. Bij de beoordeling van de onder- pandwaarde van een door hypotheek ge dekte vordering, die in pand gegeven zal worden voor een voorschot of krediet van de boerenleenbank, moet hetzelfde gelden: ook daarbij mag de vordering niet hoger zijn dan twee/derde gedeelte van de onder- pandwaarde. Als de vordering die door hypotheek gedekt is, minder bedraagt dan twee/derde gedeelte van de onderpand- waarde, bestaat voor de bank geen bezwaar daarop een bedrag ter leen te verstrekken, gelijk aan 100 °/o van deze vordering. Een andere, heel belangrijke groep van vorderingsrechten, die vaak bij een boeren leenbank als onderpand dienen, zijn die uit een levensverzekeringsovereenkomst. Ook hier moet men weer bedenken, dat de bank, wanneer zij tot opvordering van het door haar aan haar eigen debiteur geleende be drag wil overgaan, het onderpand moet kunnen realiseren. Dit is dan ook de reden, waarom bij onze banken voor de beoorde ling van de waarde van een in pand ge geven polis uitsluitend acht geslagen wordt op de z.g. afkoopwaarde. Deze waarde wordt door de Centrale Bank opgevraagd bij de betrokken maatschappij. De levensverzekeringsmaatschappijen zijn alle onderworpen aan de controle van een speciale overheidsinstelling, t.w. de Verze keringskamer. Hierdoor is het vertrouwen van het publiek in de verzekeringsmaat schappijen sterk toegenomen en het komt dan ook vrijwel nooit voor, dat een polis van een levensverzekeringsmaatschappij door de Centrale Bank als onderpand niet acceptabel wordt geacht, uit hoofde van ge brek aan vertrouwen in de soliditeit van de verzekeringsmaatschappij. Niet alle verzekeringspolissen lenen zich voor overdracht of verpanding. Tegenwoor dig wordt b.v. heel vaak een levensverzeke ringspolis gesloten met een z.g. lijfrente- clausule. Het verzekerde kapitaal moet, in dien dit op een bepaalde datum tot uitkering komt, worden aangewend voor het aanko pen van een lijfrente. De fiscus staat bij zulk een vorm van verzekeringen een speciale faciliteit met betrekking tot de verzekerings premies toe. Deze premies mogen, tot een maximum van 3600,per jaar, op het be lastbare inkomen in mindering worden ge bracht. De keerzijde van de medaille is ech ter, dat, op straffe van verlies van de fiscale faciliteit, zulk een polis niet vatbaar is voor overdracht of verpanding. Een veel voorkomende figuur is ook die, dat aan de boerenleenbank als onderpand worden aangeboden vorderingen die de kre dietnemer heeft uit hoofde van door hem geleverde goederen. Wij kunnen daarbij twee verschillende groepen onderscheiden. In de eerste plaats zijn er de vorderings rechten op melkfabrieken en veilingen ter zake van respectievelijk geleverde melk en geleverde groente- en/of fruitprodukten. Daarnaast komt nog de figuur voor, dat een handelaar in zekere produkten (b.v. bloem bollen) een krediet verkrijgt bij de boeren leenbank tegen cessie tot zekerheid van de door hem op zijn afnemers verkregen vor deringen uit hoofde van door hem verrichte leveringen van goederen. Deze figuren zul len wij een volgende keer bespreken. 31

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 33