ceerd omtrent de ouderdom van de boerde rijen in Nederland, gesplitst naar weide-, akkerbouw- en gemengde bedrijven. Daaruit blijkt, dat de gemiddelde ouderdom in Nederland ca. 68 jaar is. De in tabel 1 en afb. 1 vermelde cijfers zijn daaraan ont leend. Tabel 1De ouderdom der boerderijen. Ouder dan 25 jaar 80 Ouder dan 50 jaar 50 Ouder dan 100 jaar 25 Ouder dan 150 jaar 10 Men kan stellen, dat het aantal voor ver betering in aanmerking komende boerde rijen, zowel op grond van de ouderdom als door de veranderde bedrijfseisen, een be- langrijk percentage is. Dit aantal wordt nog vergroot, doordat volgens de huidige in zichten vele gebouwen niet juist zijn ge- Tabel 2: Indexcijfers bouwkosten (1953 100) 1953 100 100 100 1954 105 105 104 1955 114 113 115 1956 127 122 128 1957 136 128 132 1958 140 128 138 1959 136 128 135 situeerd. De bouwkosten zijn evenwel sterk gestegen, zowel absoluut als relatief. In het L.E.1.-rapport no. 341 worden in dexcijfers voor de bouwkosten genoemd. In tabel 2 wordt hiervan een overzicht ge geven. Uit tabel 2 volgt, dat de stijging van de bouwkosten inderdaad belangrijk is. Zonder twijfel werkt deze bouwkostenstijging rem mend zowel op de vervanging en de ver betering van de bedrijfsgebouwen als op de verlaging van de produktiekosten. Mede in verband met de toekomstige positie van de Nederlandse landbouwpro- dukten op de wereldmarkt is het daarom dringend geboden het probleem van de boerderijbouw tot een oplossing te brengen. De nieuwbouw sinds 1945 Na de tweede wereldoorlog is er in Nederland een betrekkelijk groot aantal boerderijen gebouwd. De voornaamste aan leiding daartoe werd gevormd door de oor logsschade, de watersnoodramp van 1953, de ruilverkavelingen en de brandgevallen. Wat de ruilverkavelingen betreft is dit pro ces nog in volle gang. Het aantal boerderij- branden bedraagt in Nederland gemiddeld 1000 per jaar. Naar schatting worden hier door p.m. 300 boerderijen zodanig verwoest, dat van nieuwbouw gesproken kan worden. Zoals reeds bij de ouderdom van de boer derijen naar voren is gebracht, mag men het aantal voor vervanging en modernisering in °'o 100 ÈZf WEIDEB^QJsJjVEN. H AKKEpBOUWpEDR t I séMENOQEBf DR. 80 60 150 JR 25 J R 50 JR 100J R 200 JR DER DAN 10 JR Jaar Alg. bouwkostenindex bron toelichting op de begroting min. v. Volkshuisvesting Globale index bouw kosten boerderijen bron Centrale Directie Volkshuis vesting index m3-prijs woning wetwoningen bron 3 mnd. mededeling min. van Volkshuis- 27

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 29