worden voorkomen door de bouw van een boerderij) moeten kennen. Zowel de kosten als de opbrengsten zijn moeilijk te benaderen en worden voorna melijk bepaald door de functies die de ge bouwen dienen te vervullen. Het vraagstuk van de boerderijbouw heeft vele facetten, waarvan er in het navolgende enkele van een kanttekening worden voorzien. De functies van het bedrijfsgebouw Bij de bouw van een boerderij zijn in prin cipe velerlei oplossingen denkbaar, die niet alleen een bouwtechnisch, maar vooral ook een bedrijfsorganisatorisch, arbeidstech- nisch en een sociaal aspect hebben. In het algemeen kan men stellen, dat die voorzie ningen dienen te worden getroffen, die op de lange termijn het netto-overschot van het bedrijf naar verwachting het gunstigst beïnvloeden. Voor het maken van de keuze uit een reeks van alternatieve mogelijk heden is het noodzakelijk door middel van begrotingen de invloed op het totale be drijfsresultaat op te sporen. Hieraan voor afgaande is het gewenst een overzicht te maken van de functies, waarvoor het ge bouw geschikt dient te zijn. In grote lijnen kunnen we stellen, dat de functies van het landbouwbedrijfsgebouw zijn te omschrij ven als: 1. een stallingsruimte voor het vee; 2. een bergruimte voor de produkten, grond- en hulpstoffen (zaaizaad, kunst mest e.d.); 3. een opslagruimte voor werktuigen en gereedschappen; 4. een ruimte om de produkten te bewer ken en voor het verrichten van eenvou dig onderhoud. Bij de overweging of een bepaald bedrijfs gebouw rendabel is of niet, zal men zich steeds afvragen in hoeverre al deze functies door het gebouw inderdaad dienen te wor den vervuld. Het antwoord hierop is zonder meer niet te geven. Het eenvoudigst ligt de zaak bij die functies (b.v. schaftlokaal), die ingevolge wettelijke en/of sociale maatrege len zijn verplicht. Minder vanzelfsprekend wordt het voor de overige functies. Niemand zal ontkennen, dat men op het weide- en gemengde bedrijf veestallen moet hebben. Welke stalvorm (grupstal of loopstal) men kiest, hangt af van vele factoren. Nog moeilijker wordt het bij de berg- en opslagruimten voor de produkten en werk tuigen. Het alternatief voor een eigen werk tuigenberging is, dat men óf de werktuigen buiten kan laten staan óf het aantal beperkt door in hoge mate gebruik te maken van de diensten van een werktuigencoöperatie of de loonwerker. Voor de produkten en grondstoffen kan de opslag geschieden in een centrale opslag plaats (onderlinge samenwerking) of bij een volgende bedrijfstak, b.v. de coöperatie, de handel of de industrie. Daarnaast is het nog mogelijk bepaalde produkten in een kapberg of een mijt onder te brengen. Het is duide lijk, dat het aantal alternatieve mogelijk heden bijzonder groot is. Het aantal is voor namelijk afhankelijk van het bouwplan, de oogstmethode, de wijze van opslag der pro dukten, de voedermethode en de wijze van voederwinning op de bedrijven. Wil men nagaan of de kostenbesparingen, die worden verkregen door verlaging van de bouwkosten, opwegen tegen de eventuele kostenverhogingen en opbrengstdervingen, die samenhangen met een inkrimping of ver eenvoudiging van het gebouw, dan dient sta» men alle alternatieven nauwkeurig te be groten. In een eenvoudig voorbeeld wordt dit nader toegelicht. 25

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1961 | | pagina 27