slechte dienst ieder redelijk voorstel tot sa
menwerking met een andere aangesloten
bank zonder ernstig onderzoek af te wim
pelen. Een goed kassier van een kleine bank
is in het nieuwe, grotere verband na de fu
sie ook bruikbaar, neen in vele gevallen on
misbaar. In de nieuwe vorm krijgt hij ten
minste zijn kans te laten zien wat hij waard
is. Zijn halve-dagentaak kan een volwaar
dige dagtaak worden. Nevenbetrekkingen
kunnen aan de kant worden gezet; de volle
aandacht kan worden gegeven aan de veel
omvattende boerenleenbanktaak.
Ten slotte dan dat „eigen boontjes dop
pen". Het klinkt natuurlijk verschrikkelijk
flink, doch in de praktijk valt die eigen
bonendopperij erg tegen. De concurrentie
van de grootbanken wordt steeds groter
(denk aan het aantrekken van spaargelden)
en ik mag wijzen op het voorbeeld van die
bank in Zuid-Holland. Enkele banken sa
men zouden de gevraagde post wel hebben
kunnen verlenen.
Wij leven in een tijd van mechanisatie.
Ook de boerenleenbanken doen mee. Ge
lukkig, want wij kunnen ons niet de weelde
veroorloven verder achterop te komen. Want
een achterstand hebben we. We kunnen dat
vervelend vinden, doch daar maken wij de
zaak niet anders mee.
We kunnen nu eenmaal niet meer volstaan
met een rekening-courantboekje voor onze
zogenaamde lopende-rekeninghouders. De
cliënt heeft recht van iedere mutatie op zijn
rekening per dag een dagafschrift te ont
vangen. Begrijp goed, dat ik de laatste zal
zijn, iedere bank tot de kleinste toe, te advi
seren: Koop een boekhoudmachine! Dat is
natuurlijk dwaasheid. Zo'n machine kost
een hand geld en je moet er voldoende werk
voor hebben om de zaak rendabel te maken.
Ik ben er echter van overtuigd dat twee of
meer dicht bij elkaar gelegen banken, tot
één geheel bijeengetrokken, deze kosten wel
kunnen dragen.
Terugkomend op die landkaart in de ka
mer van de heer Te Kolsté Zeven-
honderdzoveel boerenleenbanken in Neder
land. 't Is mooi maar in het raam van
deze tijd gezien meen ik te mogen zeggen:
het konden er veel minder zijn èn cliënt èn
bank zouden er wel bij varen. Met samen
voegingvan banken zoudenvele belangen ge
diend zijn. Meer mogelijkheden voor recla
me, grotere reserveringsmogelijkheden door
redelijker winsten, betere sociale voorzie
ningen van het personeel.
Wat mij ten slotte zo dikwijls oprecht ver
baast? Op velerlei gebied wordt een dank
baar gebruik gemaakt van de waardevolle
adviezen van de Centrale Bank. Komt ech
ter het woord fusie in het geding, zelfs
wanneer dit door de Centrale Bank wordt
geadviseerd, dan ontstaat een onbegrijpe
lijke „kortsluiting". De Centrale Bank weet
veel, doet veel voor de aangesloten banken,
maar fusie? Neen Waarom? Ja, waar
om!!!
KASSIER
Naschrift van de redactie.
Door „kassier' wordt in het bovenstaande
een zeer actueel onderwerp aangesneden,
nl. het vraagstuk van de „concentratie".
De concentratie van coöperaties, niet alleen
van de boerenleenbanken, maar ook van
zuivelfabrieken, aan- en verkoopvereni
gingen, gebruikscoöperaties e.d., staat im
mers momenteel volop in de belangstelling.
Wij behoeven hiervoor slechts te verwijzen
naar de in dit nummer opgenomen bespre
king van de vier preadviezen over „concen
tratie bij coöperaties", welke onlangs aan
de Nationale Coöperatieve Raad zijn uitge
bracht.
Onze schrijvende kassier is kennelijk een
overtuigd voorstander van concentratie in
het boerenleenbankwezen. Zijn standpunt is
duidelijk: door fusies van twee of meer na
burige banken zal de boerenleenbankorga
nisatie in vele gevallen zijn taak beter kun
nen vervullen. De schrijver noemt daarbij
tal van argumenten, die voor zijn stand
punt pleiten. Ook vergeet hij niet enkele
contra-argumenten te noemen van de door
hem bestreden „anti-fusie-mensen".
Toch achten wij het niet uitgesloten, dat
deze laatsten, dus de tegenstanders van
concentratie door fusie, de redenering van
„kassier" wel eens wat te eenzijdig zouden
kunnen vinden. Zij zullen bij zichzelf wel
licht zeggen: „Dit stukje van „kassier" is
mooi en wij zien de door hem genoemde
voordelen van de fusie ook wel, maar men
moet toch goed bedenken, dat fusie geen
eenvoudige zaak is en dat er ook zeer grote
466