VRAAG:
Dezer dagen werd door een van onze
cliënten een krediet in lopende rekening
aangevraagd. Als onderpand bood hij be
zwaring met hypotheek van een stuk bouw
land, waarin hij, tezamen met een ander,
als mede-eigenaar gerechtigd is, aan.
Onze cliënt blijkt dit bouwland vroeger,
met zijn mede-eigenaar, gehuurd te hebben.
De verhuurder wilde het land toen aan de
huurders verkopen, maar de Grondkamer
stond niet toe het land in twee delen te
splitsen. Dientengevolge zijn de beide huur
ders gezamenlijk eigenaar van het gehele
perceel geworden.
Onze cliënt wil graag zijn aandeel met
hypotheek bezwaren. Bestaat daartoe de
mogelijkheid?
ANTWOORD
Als er meerdere erfgenamen zijn die te
zamen gerechtigd zijn in een onroerend
goed, dan is het wel mogelijk dat een hun
ner zijn aandeel in dat goed met hypotheek
bezwaart, maar die hypotheek heeft als
zekerheid nauwelijks enige betekenis. De
mogelijkheid is niet uitgesloten, dat bij de
boedelscheiding degene, die zijn aandeel
met hypotheek heeft bezwaard, het betrok
ken onroerend goed niet toegewezen zal
krijgen, en dat heeft tot gevolg, dat het hy
potheekrecht vervalt.
Uit uw schrijven hebben wij opgemaakt,
dat zich deze situatie bij u niet voordoet.
Er is een stuk bouwland, dat volgens de
Grondkamer niet in twee gedeelten mag
worden verdeeld. Derhalve zijn thans twee
personen tezamen tot het bouwland gerech
tigd. Een van hen wil zijn aandeel met hy
potheek bezwaren. Tegen deze bezwaring
bestaat juridisch dezelfde bedenking als
tegen bezwaring van het aandeel van een
mede-erfgenaam in een onroerend goed.
Wanneer de twee huidige eigenaars be
sluiten tot een scheiding en deling over te
gaan, zou dit slechts in dier voege kunnen
De Coöp. Boerenleenbank „Linschoten" te
Linschoten beleefde aan de vooravond van haar
50-jarig jubileum het heugelijk feit, dat de
2 miljoen aan spaargelden werd volgestort.
De heer C. Vermeulen, die door zijn storting
dit ronde bedrag volmaakte, ontving op zijn
spaarboekje een extra bijschrijving van 50,
Linschoten bereikte de f 2 miljoen; v.l.n.r. de heren
J. C. Hendrikse (kassier), A. G, van Riet (2e voorz.
best.). C. Vermeulen en H. Verweij (secr. best.).
Het bestuur van de jubilerende bank te Linschoten;
v.l.n.r. de heren Chr. Breeschoten (2e secr. best.),
G. Romijn (bestuurslid), H. Verweij (secr. best.),
A. G. van Riet (2e voorz. best.), van Vliet (voorz.
r. v. t.), P. Slootweg (secr. r. v. t.), F. Bos (lid r. v. t.),
C. Hendrikse (kassier).
LINSCHOTEN
463