KRONIEK VAN LAND- EN TUINBOUW Eindelijk nadat hiervoor reeds jaren lang door de georganiseerde landbouw met klem van argumenten was gepleit heeft minister Marijnen een moeilijke knoop in het zo gecompliceerde zuivelbeleid doorgehakt: de consumptiemelk wordt een half procent vetter. Tot nu toe gebruikte Nederland, over vloeiende van melk en honig, magere melk en trachtte het afgeroomde vet, in de vorm van boter, te exporteren. Door de thans ge troffen maatregel is het vetpercentage van de drinkmelk gebracht op het peil dat ook in enkele andere Europese landen geldt, zoals Westduitsland, Zweden en Frankrijk. In België bedraagt dit percentage 3,2 in Denemarken 3,8 °/o, in Oostenrijk en Finland 3,9 en in Noorwegen zelfs 4 Beziet men deze cijfers dan zal het duidelijk zijn, dat de door ons land tot nu toe tot 2V2 toege paste afroming wegens de daaruit voort vloeiende verhoging van de boterproduktie in Europees verband steeds ernstige kritiek heeft ontmoet. In de kringen van de georganiseerde land bouw heerst uiteraard grote voldoening over het feit dat thans weer een bijna „volwaar dig produkt aan de consument mag worden geleverd, hoewel aan deze drinkmelk nog steeds vet wordt onttrokken. Hierdoor wordt zij het nog geheel onvoldoende een bijdrage geleverd tot gedeeltelijke oplossing van het toch reeds zo moeilijke zuiverpro- bleem. De geringere ontvetting dient nl. in feite om het boteroverschot met ongeveer 10.000 ton te verminderen. Op een totale export van ongeveer 40.000 ton betekent dit een wezenlijke verbetering van de markt situatie. De consumentenorganisaties (Consumen- ten-Contact-Orgaan en Nederlandse Huis- houdraad) hebben zich overigens tegen deze verhoging van het vetgehalte ten sterkste verzet. Van die zijde werd erop gewezen dat uit een oogpunt van volksgezondheid vettere melk beslist niet nodig of gewenst is, terwijl van een smaakverbetering geen sprake zal zijn omdat daarvoor de verhoging te gering is. Sommige bladen spraken in dit verband zelfs van een consumptiedwang, omdat het publiek gedwongen zou worden 10 miljoen kg boter, tegen de prijs van 3,75 per kg, per jaar meer te eten dan het uit vrije wil bereid is te doen. Overigens valt het met de uit deze maatregel voortvloeiende verhoging van de consumptiemelkprijs nogal mee; deze zal nl. slechts 1 ct per liter bedragen. Voor velen wordt deze prijsverhoging nog gecom penseerd door een verhoging van de kinder bijslag. De werkelijke invloed van de verhoging van het vetgehalte bedraagt 2 ct per liter. Hiervan neemt echter de veehouderij zelf de helft voor zijn rekening in de vorm van een lagere z.g. verrekenprijs. Het Landbouwschap had in zijn prijsvoorstellen aan de regering zelf tot enige verlaging van de vroegere winstopslag geadviseerd om hiermede de consequenties van een verhoging van het vetgehalte van de consumptiemelk voor de straatprijs zoveel mogelijk te beperken. De beslissing van de regering inzake de mindere ontvetting van de drinkmelk heeft veler aandacht getrokken. Het meest be voegde en deskundige college in de zuivel- wereld nl. het bestuur van het Produkt- schap voor Zuivel bleek inmiddels, na breedvoerige beraadslagingen niet in staat tot een concreet advies te komen inzake de beslissing van de regering lot mindere ontvetting van de drinkmelk ontmoet waardering en kritiek: teleurstelling over de verlaging van de prijs garantie, beperkt tol 5 miljard kg melk; positie gemengd zandbedrijf verbeterd door hogere voergraantoeslag; in de akkerbouwsector doet zich de vraag voor of bij het huidige prijspeil weer- en markt risico's in voldoende mate kunnen worden opgevangen; de tuinbouw beraadt zich over mogelijkheden tot verdere expansie. 407

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 9