MAN
EN PAARD
de opzet van deze rubriek onze banken zal aanspreken.
Onder deze naam wordt u een nieuwe rubriek voorgesteld. Telkens blijkt onsdat er onder
onze bankenspaarders en cliënten, wensen en ideeën leven, gedachten geopperd worden,
dan wel tevredenheid of ontevredenheid gevoeld wordt, waaraan in het belang van onze
organisatie ruchtbaarheid gegeven zou kunnen worden. Daarom stellen wij u in de gelegenheid
in deze rubriek „man en paard" te noemen.
De naam van de rubriek is ingegeven door de fraaie bronzen sculptuur, waarvan het vignet
een afbeelding geeft. Deze sculptuur is in 194S bij liet 50 jarig bestaan van de Centrale Bank
door de aangesloten banken aan de Centrale Bank aangeboden. Wij vertrouwen dan ook, dat
Bijdragen voor deze rubriek zien wij gaarne tegemoet. De bedoeling is, dat de schrijvers hun
persoonlijke mening geven, waarbij men niet hoeft te schromen een kritisch geluid in op
bouwende zin te laten horen. Met het oog op de plaatsruimte geve een ieder zijn mening
zoveel mogelijk kort en bondig weer.
De redactie behoudt zich de vrijheid voor de stukken zo nodig te bekorten en deze, zo haar
dit wenselijk voorkomt, van een naschrift te voorzien.
Thans het eerste ingezonden stuk (dat wij
geheel in de geest van deze rubriek achten):
Mijne Heren,
Aan de Raiffeisenweek (en -dag) werd
door onze bank niet deelgenomen. Een „Raif-
feisendag" zegt naar mijn mening voor een
boerenleenbank niet veel. Onze mensen
zouden het beter begrijpen als wij een
Boerenleenbankdag" zouden instellen.
Aan de andere kant geloof ik, dat het mis
schien beter zou zijn, dat alle boerenleen
banken de naam Raiffeisenbank aannamen.
Ik krijg wel eens de indruk, dat nog velen van
mening zijn (ondanks onze spaarpropaganda),
dat de boerenleenbank alleen maar leenbank
is. De naam in dezen brengt wel op de ge
dachte. Hoe denkt u over een en ander?
Hoogachtend.
M. BOOGAARD.
Kassier Bib. Koegras (N.H.).
Naschrift van de redactie. De namen
„boerenleenbank" en „raiffeisenbank" heb
ben ongetwijfeld beide zeer oude „rechten".
De naam „boerenleenbank" klinkt in Neder
land bij vele mensen misschien iets vertrouw
der in de oren dan „raiffeisenbank", maar
daar staat tegenover dat onze Centrale Bank
al van 1898 af de naam „Raiffeisen" voert en
dat de term „Raiffeisenorganisatie" reeds
lang gemeengoed is.
Van onze ruim 700 banken voeren thans
rond 100 het woord „Raiffeisen", al dan niet
in combinatie met het woord „boerenleen
bank", in hun naam. Wij geloven, dat, zonder
dat daarop enige invloed van de zijde der
Centrale Bank is uitgeoefend, de naam „raif
feisenbank" iets terrein wint. Het is ook wel
te begrijpen, dat banken, die allengs mede in
de stedelijke sfeer werkzaam zijn geraakt, de
naam boerenleenbank enigszins te beperkt
vinden en de naam raiffeisenbank hebben
aangenomen. De heer Boogaard wijst er
terecht op, dat men zou kunnen denken, dat
onze banken alleen „leen" banken voor boeren
zijn.
Onze „Raiffeisendag" zouden wij niet
graag willen wijzigen in „Boerenleenbank
dag". Niet alleen ligt deze laatste naam
slecht in het gehoor, maar ook mist men
daarin de naam van de man, op wiens
systeem onze banken gebaseerd zijn. Boven
dien zouden wij dan de band doorsnijden met
buitenlandse organisaties, die ook een „Raif
feisendag" kennen.
429