danken is aan de constant naar ons land ge richte deviezenstroom. Deze weerspiegelde zich in een netto deviezenaanwas van 900 miljoen bij de NederlandscheBank gedurende de eerste tien maanden van dit jaar. Uit de monetaire analyse van de Nederlandsche Bank kon men verder opmaken, dat het netto deviezenbezit van het Nederlandse bankwezen gedurende de eerste acht maanden van het lopende jaar (inclusief dat van de circulatiebank) met ruim 650 miljoen is gestegen, waarbij men dan bovendien in aan merking moet nemen, dat aan de Belgische schatkist door de handelsbanken in het voor jaar een kortlopend krediet van 150 mil joen is verstrekt, welk bedrag dus niet in laatstgenoemde deviezenaanwas is begrepen. De deviezenreserves van de banken die in het buitenland worden aangehouden, worden ook nu nog altijd op ongeveer een miljard gulden geraamd. Geen koersdruk Dat de daling van de rentestand in het buitenland en met name in de Verenigde Staten de deviezenaanwas naar ons land sterk in de hand heeft gewerkt, blijkt wel uit het feit, dat het deviezenbezit van de Neder landsche Bank alleen reeds in de afgelopen twee maanden met ruim 450 miljoen is ge stegen. Het spreekt vanzelf, dat de besproken factoren er alle ten zeerste toe bijdragen, dat zich een vaste stemming op de staatsfondsen- markt handhaaft. De tendentie tot discontoverlaging, die in het buitenland aan de dag treedt, is in dit verband eveneens een factor van betekenis. De gunstige positie van de beleggingsmarkt en de ruimte op de kapitaalmarkt hebben met zich medegebracht,dat door de leningoperatie van het Rijk geen merkbare druk op de koer sen van de oudere leningen werd uitgeoefend. Vergeleken met een maand geleden heeft het koerspeil zich over de gehele linie gemakke lijk kunnen handhaven. Dat is wel een zeer zeldzaam verschijnsel in de periode, waarin een nieuwe staatslening wordt gelanceerd. Ondanks het feit dat de leningvoorwaarden zeer gunstig afstaken bij die van de ge noteerde leningen waren er nauwelijks „ruil- verkopen" waar te nemen. Bij het afsluiten van de maand kan ook een toeneming van de vraag naar leningen met een korte restant-looptijd, zoals vooral de 3 °/o staatslening 1962/64 en 3 Investe ringscertificatenlooptijd respectievelijk 3,4 jaar maximaal en gemiddeld 3V2 jaar worden waargenomen. Hierin weerspiegelt zich een toeneming van de schaarste aan kort lopend beleggingspapier, mogelijk mede in samenhang met de consolidatie van staats schuld. MAANDELIJKSE KOERSTABEL 31 mei 30 juni 29 juli 31 aug. 30 sept. 31 okt. 4'/a 7o Nederland 1958 997xo 1007a 101 1017a 101 101 »/a 4'/i Vo Nederland 1959 9972 1007a 101 101 101 lOl'/a 4 V2 Vn Nederland 1960 I 997a 1007» 1017a 101 101 101'/» 4'/a 7o Nederland 1960 11 997» 1007ie 101 101 101 1017a 4'/j "/o Nederland 1959 979/x« 987ie 98*710 98'7io 997.0 997.0 37» */o Nederland 1953 938/ia 937a 947a 957» 95 */a 95»/a 3'lt l« Nederland 1951 957» 967» 967a 967» 97 967a 3'/a 7o Nederland 1953 937» 937ia 94'/» 957a 95 957a 3'/ï7o Nederland 1956 937 93 93 V* 947a 94*7.0 95'/a 3 'UVo Nederland 1950 863/i 87 887a 887» 88 887a 3'/i Vo Nederland 1954 887a 887» 887., 90 89*7.0 90'/» 3 'U Vo Nederland 1955 I 887a 887ie 887a 9O7i0 89*7.0 90'/» 3 'h Vo Nederland 1955 II 907» 907» 91 927a 927a 927a 3'/i °/o Ned. 1947 Staffel 927ie 937i0 93'7ia 94 94'/a 94»7i0 3 Vo Nederland 1962/64 97"/i« 977a 987a 987a 997a 997.0 3 °/o Grootboek 1946 897a 907a 917a 917 92*/» 927a 3 °/o Investeringscert. 9615/i0 96'7io 977io 987i0 987.0 98'/a 3 Vo Nederland 1937 907a 91 917a 907a 91 917a 3 Vo $-lening 1947 9113/ie 9272 927a 90*7.0 89 89 2'/a Vo Grootboekoblig. 5772 587» 577» 58*/a 597 59'/» 3 Vo fndië 1937 A 927a 937a 94'/» 94»/» 94'/a 94'/» 425

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 25