groting in het lopende jaar behoefte bestaat. Het is dus op zichzelf merkwaardig, dat des ondanks nog dit jaar reeds weer voor 350 miljoen een beroep op de publieke kapitaal markt is gedaan, des te meer, daar voor het volgende jaar slechts een beroep ad 250 miljoen op de openbare kapitaalmarkt nood zakelijk zal zijn, om het Rijk in staat te stellen de eindjes aan elkaar te knopen. Op 1 decem ber a.s. zal het Rijk door de storting op die datum reeds over een middelensurplus van 550 miljoen beschikken. Deze emissie is dan ook niet geschied op grond van financieringsbehoeften, maar met het oogmerk, liquiditeiten af te romen ter vermindering van mogelijke spanningen in de conjunctuur en om tegelijkertijd tot een verdere consolidatie van staatsschuld, d.w.z. omzetting van kortlopende in langlopende verplichtingen van de staat te geraken. Vlottende schuld van het Rijk Aldus wordt consequent voortgegaan op de weg, die te dien aanzien de laatste jaren overwegend is gevolgd en waardoor de vlottende schuld van de staat reeds belang rijk was ingekrompen. Bovendien is de laatste jaren met succes gestreefd naar een inkrim ping van de in omloop zijnde promessen (schatkistpapier met een looptijd van ten hoogste een jaar) waartegenover dan het volume van uitstaande schatkistbiljetten is toegenomen. Deze gedragslijn werd ook in 1960 gevolgd. Het aan promessen uit staande bedrag is tot einde oktober jl. namelijk verder ingekrompen tot slechts f 386 miljoen tegen 539 miljoen begin 1960, terwijl anderzijds het bedrag aan schatkistbiljetten, waarvan de looptijden variëren tot vijf jaar, per eind oktober jl. was gestegen met 137 miljoen tot 3.056 mil joen. Totaliseert men deze bedragen, dan blijkt dat de vlottende schuld van het Rijk in de vorm van schatkistpapier in de loop van dit jaar praktisch onveranderd is gebleven. Automatische consolidatie? Wat zal nu het effect van de nieuwe staats lening voor de omvang van de vlottende schuld zijn? Deze vraag is gemakkelijker te stellen dan te beantwoorden. Feit is, dat er in de periode, die ligt tussen de inschrijvings datum van de lening 1960 en de stortings datum van I december, rond 340 miljoen aan schatkistpapier door het R jk moet wor den afgelost, dus ongeveer een even groot bedrag als de opbrengst van de lening be draagt. Indien derhalve tegenover het af lopende papier geen nieuwe schuldbewijzen door het Rijk zouden worden uitgegeven, zal de nagestreefde consolidatie automatisch tot stand komen. Hoe het in werkelijkheid toe zal gaan is echter niet te voorzien. In de eerste plaats vervalt het genoemde bedrag van 340 mil joen geleidelijk in de periode tot en met 1 december en vloeien bij gevolg grote af lossingsbedragen naar de kassen van de banken voor het tijdstip van de storting. In de tweede plaats zullen de banken kun nen kiezen tussen storting in contanten of in schatkistpapier, terwijl aan de andere kant de schatkist niet alleen bereid zal zijn de banken nog te helpen aan kortlopend nieuw papier dat het bankwezen nog zal willen hebben uit rendementsoverwegingen, maar bovendien het Rijk zelfs gaarne ook op deze wijze de kortlopende liquiditeiten zoveel mogelijk zal willen binden. In de kringen van de geldmarkt vroeg men zich begin november ook af cf de schatkist wellicht op korte termijn de afgifte van schat kistbiljetten zou hervatten. Wat nu de positie van de schatkist aan het einde van de maand oktober aangaat bleek uit de weekstaat, die de Nederlandsche Bank juist per einde oktober publiceerde, dat er 695 miljoen in de scha kist aanwezig was en zulks ondanks het feit, dat op 20 ok tober de driemaandelijkse overmaking naai de gemeenten, tot een bedrag van ongeveer 350 miljoen, had plaatsgevor den. De schat kist heeft bovendien nog belangrijke belas tingontvangsten in de eerstvolgende maanden in het vooruitzicht. Zowel de sterke schatkistpositie als de grote overvloed aan middelen op geld- en kapitaalmarkt zijn kenmerkend voor de grote liquiditeit, waarin ons land zich zowel in de overheidssector als in de sector van het be drijfsleven kan verheugen. Constante deviezenstroom Men weet dat deze gunstige situatie te De schatkistpositie 424

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 24