FINANCIEEL OVERZICHT Geslaagde leningoperatie De afgelopen maand stond geheel in het teken van de leningoperatie van het Rijk, die, min of meer onverwacht, onmiddellijk na de uitgifte van 20 miljoen 4% veertien jarige obligaties van de gemeente Rotterdam, waarop men op 14 oktober heeft kunnen in schrijven a 99 °/o, werd aangekondigd. Op 15 oktober volgden namelijk reeds de desbe treffende publikaties in de dagbladen, waarna op 31 oktober door het Rijk de in schrijving werd opengesteld op de 4V4 lening 1960, met dertigjarige looptijd, groot 350 miljoen tegen een emissiekoers van 98Vï Zols men inmiddels heeft kunnen vaststel len bestond er voor dit object bijzonder grote belangstelling in beleggingskringen, al moet daaraan onmiddellijk worden toegevoegd, dat de elfvoudige overtekening, blijkende uit het lage toewijzingspercentage op de in schrijvingen van slechts 9 °/o, geen maatstaf vormt voor het werkelijke opnemingsver mogen van de kapitaalmarkt. Maar geheel afgezien van deze kwestie staat het vast, dat de omvang der braaklig gende middelen, welke voor belegging be schikbaar zijn, het bedrag van de jongste lening in elk geval moet hebben overtroffen. Ongetwijfeld voorzag de emissie in een be hoefte en daarbij kwam nog, dat de uitgifte geschiedde tegen een bijzonder voordelige koers. Dat bleek wel het duidelijkst uit de omstandigheid, dat de 4lening 1959, waarvan de gemiddelde looptijd slechts ruim drie jaar korter is (namelijk twaalf jaar), op de inschrijvingsdag 99% a 7/lfi noteerde, of bijna een vol procent boven de emissiekoers van de lening 1960. Het rendement van deze laatste komt op basis van de emissieprijs uit op gemiddeld 4,40% of ongeveer 0,10% meer dan dat van de lening 1959. Het welslagen van de emissie weerspiegel de zich niet alleen in de zeer sterke over tekening, maar nog meer in het hoge agio dat een eerste verhandeling reeds voor de nieuwe lening gold. Deze liep namelijk reeds onmid dellijk tot 99Viu op, zodat er ten opzichte van de inschrijvingskoers een agio was van ruim een half procent. Op die eerste dag van verhandeling werd in totaal voor 31/4 miljoen aan die nieuwe obligaties omgezet of minder dan een procent van het leningbedrag. Daaruit viel af te leiden, dat weliswaar sterk is gemajoreerd, maar toch in hoofdzaak met het oogmerk de voor reële belegging benodigde stukken te verkrijgen. Op de beurs was reeds spoedig bij geruchte te vernemen geweest, dat men het benodigde bedrag wellicht met tien moest vermenigvuldigen om aan zijn trek te komen en dit licht dient men de elfvoudige over tekening te zien. Op de tweede dag van verhandeling is be langrijk minder omgezet, ongeveer de helft van het op de eerste dag verhandelde be drag, waaruit eveneens bleek dat het leeuwe- deel van de lening reeds onmiddellijk in vaste handen moet zijn gekomen. Afroming en consolidatie Een ander punt, dat hier de aandacht ver dient, is dat van de opzet van de lening. Zoals wij nog in ons vorige maandoverzicht bij de bespreking van de Miljoenennota heb ben doen uitkomen, beschikte het Rijk reeds over 250 miljoen meer aan langlopende middelen, dan waaraan op grond van de be- 4'lt °/o obligatielening van het Rijk tegen een emissiekoers van 98'h werd vele malen over- tekend. Consolidatie van staatsschuld door omzetting van kortlopende in langlopende ver plichtingen. Het uitstaande bedrag aan schatkistpromessen wordt ingekrompen, bedrag aan uitgegeven schatkistbiljetten neemt toe. Sterke schatkistpositie en overvloed aan middelen op geld- en kapitaalmarkt. Gestadig toenemende deviezenreserve. Typerend agio 423

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 23