nabetalingen uit het Zuivel- en Landbouw- egalisatiefonds en de heffingen voor het Produktschap voor Zuivel. De melkafrekeningen werden vroeger met de hand geschreven; met de toeneming van de werkzaamheden deden op vele fabriekskan- toren boekhoud- en factureermachines hun intrede. Deze kunnen echter slechts een deel van het handwerk overnemen en zijn in ver houding duur. Een andere factor is nog een hier en daar optredend gebrek aan personeel. Bovendien bleek dat door samenwerking belangrijke kostenvoordelen waren te be halen. Tot nu toe heeft de G.O.Z. voor de uit voering van het werk onderdak gevonden bij een grote maatschappij op het gebied van mechanische administratie. Begin 1961 zullen de zaken echter zelf ter hand worden genomen. In het gebouw van de bond te Zutphen zal dan een zeer moderne ponskaarteninstallatie worden geplaatst. Deze installatie zal o.a. bestaan uit twee grote administratiemachines, type IBM 444, en een elektronische rekenmachine, type IBM 604. Hoewel de capaciteit van deze machines en, in het bijzonder, de rekenmogelijkheden van de rekenmachine zeer groot zijn, moet nu reeds rekening gehouden worden met de noodzakelijkheid, dat de apparatuur over enkele jaren zal moeten worden vervangen door een installatie met nog meer mogelijk heden. Daar het kopen van een dergelijke instal latie een groot bedrag zou vergen, maakt de G.O.Z. gebruik van de mogelijkheid deze te huren. Men loopt zodoende niet het risico van economische veroudering, een risico dat bij de huidige snelle ontwikkeling op dit gebied tamelijk groot is. Het goed functioneren van deze afdeling vraagt een vrij straffe ordening van de werk zaamheden. Om een zo goed mogelijke be zetting van de installatie te verkrijgen wordt het uit te voeren werk nauwkeurig over de beschikbare tijd verdeeld. Men gaat echter van het principe uit, dat fabrieksbelangen primair zijn; de fabrieken geven de opdrachten en zijn volkomen vrij in het vaststellen van hun prijzen. De grondgegevens worden door de fabrie ken verstrekt; deze grondgegevens bestaan uit: kg melk, vetgehalte, kwaliteitsklasse, terugleveringen en prijzen. Voor het verstrekken van deze gegevens wordt een ruim gebruik gemaakt van de z.g. mark-sensing-methode. Dit is een methode, waarbij, met een speciaal potlood, de grondgegevens op pons kaarten worden aangestreept. Deze methode maakt het mogelijk, dat een zeer groot deel van het ponswerk kan worden geautomatiseerd. Het eiwitgehalte, dat door het laboratorium van de bcnd wordt vastgesteld, zal met in gang van volgend jaar in de kaarten worden bijgeponst, direct na het beschikbaar komen van de uitslagen. Men hoopt op deze wijze een gedeelte van de tijd, die dit onderzoek vraagt, terug te winnen. Zodra de grondgegevens in ponskaarten zijn vastgelegd (na een nauwkeurige con trole), kunnen de nota's geheel mechanisch worden samengesteld; deze nota's worden daarna, op te voren afgesproken dagen, aan de fabrieken toegestuurd. De fabrieken gaan daarna tot betaling over, welke in verreweg het grootste gedeelte in contanten geschiedt. Het lag voor de hand, dat de vraag werd gesteld: zou dit niet anders kunnen. Thans is het zo, dat zich iedere 14 dagen de ceremonie herhaalt van het inpakken van het geld. Toen contact met de beide centrale banken werd opgenomen, bleek dat het gehele geld verkeer te automatiseren zou zijn, indien de boer, uiteraard vrijwillig, bereid is zijn geld op een rekening bij zijn plaatselijke boeren leenbank te ontvangen. Het ligt voor de hand, dat dit voor de fabrieken, die graag van het gesleep met al dat geld af willen, een zeer aantrekkelijk perspectief is. Een ruwe berekening leert, dat jaarlijks ongeveer 300 miljoen in het G.O.Z.-gebied aan netto-melkgelden wordt uitbetaald. Voor verreweg het grootste deel geschiedt dit in contanten. Wekelijks worden door de beide centrale banken miljoenen naar de fabrieken ge stuurd, ter distributie over de melkleveran- ciers. Enkele dagen later komt een groot gedeelte van deze miljoenen, zij het langs een 398

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 38