TWEE VLIEGEN IN ÉÉN KLAP
In juli 1959 besloot het bestuur van de
G.O.Z. (Geldersch-Overijsselsche Bond van
Coöperatieve Zuivelfabrieken) een dienst in
te stellen, welke beoogt de leden van deze
bond de gelegenheid te bieden administra
tieve taken gezamenlijk te laten verrichten
met behulp van een moderne apparatuur.
Dit besluit werd genomen, nadat een
onderzoek had uitgewezen, dat belangwek
kende mogelijkheden op het gebied van een
verdere mechanisering, eventueel automati
sering, van de administratie aanwezig waren.
Voor deze verdere mechanisering kwam in
de eerste plaats in aanmerking de afrekening
van de melkleveranties van de boeren, terwijl
ook andere delen van de administratie in het
verdere mechanisatieplan zouden kunnen
worden betrokken.
In een vergadering van fabrieksdirecteuren
en boekhouders werd het plan besproken.
Hoewel bekend was, dat enkele fabrieken
hiervoor gevoelden, was niet bekend of er
voor dit plan voldoende belangstelling zou
bestaan. Meerdere fabrieken hadden de
laatste jaren zelf reeds relatief dure boek
houd- en factureermachines aangeschaft,
zodat bij deze fabrieken niet veel belangstel
ling werd verondersteld.
Het viel echter geheel anders uit; de be
langstelling bleek bij bijna alle fabrieken zeer
groot en reeds direct na de introductie van
dit plan meldden zich meer dan twintig
fabrieken voor deelname. Op dit moment is
deze groep uitgegroeid tot bijna 50 fabrieken,
d.w.z. de helft van alle bij de G.O.Z. aange
sloten bedrijven. Bij deze fabrieken zijn echter
méér dan de helft van alle in Gelderland en
Overijssel woonachtige boeren aangesloten.
In november 1959 werden voor de fabriek
te Hellendoorn de eerste melkafrekeningen
gemaakt. In iedere volgende maand werd
daarna met gemiddeld 2 fabrieken begonnen.
Op dit moment nemen 22 fabrieken aan de
centrale afrekening deel, welke groep op het
einde van dit jaar, naar wordt verwacht, zal
zijn uitgegroeid tot 40 fabrieken. Deze fabrie
ken hebben in totaal 30.000 melkleveranciers.
Wat is nu de oorzaak van de grote be
langstelling voor dit plan?
In de eerste plaats wel deze, dat de
berekening van de melkgelden langzamer
hand een ingewikkelde zaak is geworden. De
plas, het vetgehalte, bij een groeiend aantal
fabrieken sinds kort ook het eiwitgehalte en
de kwaliteitsklasse komen daarbij in het ge
ding. Hierbij komen dan nog de toeslagen en
Met deze zegswijze zouden wij het nieuwe systeem van berekening en uitbetaling van melk
gelden willen kwalificeren, dat door de zuivelfabrieken, aangesloten bij de Geldersch-Over-
ijsselsche Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken, zal worden toegepast. Dit systeem, dat
berust op de toepassing van ponskaarten, maakt het voor de deelnemende zuivelfabrieken
mogelijk om de berekening, die voorafgaat aan de veertiendaagse uitbetaling van melkgelden,
te mechaniseren, waardoor een kostenbesparing kan worden verkregen. Een belangrijk neven-
voordeel is daarbij, dat men door de toepassing van dit ponskaartensysteem tevens in staat
is de administratieve verwerking van de uitbetaling van melkgelden via de boerenleenbanken
te vergemakkelijken. De verwachting bestaat, dat de boeren, die leverancier zijn van de
deelnemende zuivelfabrieken, thans in groten getale ertoe zullen overgaan het melkgeld
via een lopende rekening bij de boerenleenbank tot hun beschikking te krijgen. De voordelen
van deze wijze van betaling zouden we met een variant op een bekend motto kunnen aan
duiden als: „Vlugger, veiliger en voordeliger"
Onzerzijds wordt de thans door de G.O.Z. ingeslagen weg dan ook van harte toegejuicht.
Nadere bijzonderheden over deze nieuwe vorm van samenwerking vindt men hieronder in een
artikel, dat wij van de heer Heida van de G.O.Z. mochten ontvangen.
397