VEERTIEN DAGEN NOORDWIJK
Van 3 tot 17 september was in Noordwijk
aan Zee de internationale school voor bank-
functionarissen gevestigd. Meer dan 200 per
sonen. uit 39 verschillende landen afkomstig,
volgden daar gedurende die tijd een bijzonder
soort onderwijs.
De redactie van ons blad heeft mij ge
vraagd enige indrukken weer te geven van
hetgeen daar te leren viel. Ik heb even ge
aarzeld om aan dit verzoek te voldoen, want
de impressies zijn zo overvloedig en ge
varieerd, dat het moeilijk is een rond beeld
van de betekenis van de „Summer School" te
geven. Uiteraard heeft de redactie dit niet als
een excuus willen aanvaarden, zodat er niets
anders overbleef dan onder het voorbehoud,
onvolledig te mogen zijn, iets over het ver
blijf in Noordwijk te vertellen.
De aandrang van de redactie in ons
blad een belichting van Noordwijk op te
nemen, is wel te verklaren. Het was haar niet
ontgaan, dat er tijdens de „Summer School"
in verschillende plaatsen van ons land een
opmerkelijke activiteit aan de dag werd ge
legd door kelners voor het aanrichten van
parties. Wellicht zocht zij daartussen een
zeker verband en inderdaad, de mogelijkheid
is niet uitgesloten, dat er in dit opzicht van
een zekere samenhang moet worden gespro
ken. Indien dit zo is, dan heeft dat alleen
kunnen strekken tot het welslagen van de
13e International Banking Summer School.
Deze school heeft aan haar deelnemers een
rijke ervaring geboden. Primair was dit te
danken aan de voortreffelijke organisatie
door de Nederlandse Bankiersvereniging.
Het opgenomen zijn in een gemeenschap
van personen, uit alle delen van de wereld
afkomstig, is een belevenis die zich niet laat
beschrijven. Naar mijn mening is deze be
levenis, deze ervaring, het meest waardevolle
dat Noordwijk heeft geboden.
Daarnaast staat het element van training.
In de discussiegroepen werden de deelnemers
betrokken in gesprekken over banktechnische
onderwerpen. De inleidingen tot de gesprek
ken werden ook door de deelnemers zelf
verzorgd. Als onderwerpen kwamen aan de
orde: persoonlijke leningen; de consequenties
van de groei van beleggingsmaatschappijen;
de popularisering van het aandelenbezit; de
invloed van valutatermijntransacties op de
geldmarkt; de herziening van de „uniform
customs and practice" voor documentaire
kredieten; middellang krediet als middel
voor exportfinanciering; binnenlandse be
talingssystemen: cheque of giro. Over al deze
onderwerpen werd in een beperkte kring van
personen gepraat en verteld.
Leerzaam waren ook de lezingen, die door
vooraanstaande personen op financieel-
economisch gebied werden gegeven. Voor de
landbouwkredietbanken was in het bijzonder
de lezing van dr Karsten over de concurren
tie tussen handelsbanken en andere financiële
instellingen interessant. Het specifieke
karakter van verschillende instellingen op
financieel gebied verandert, aldus Karsten,
en hij noemde daarbij als voorbeeld de
boerenleenbanken, die niet langer uitsluitend
agrarische banken zijn en aan de andere kant
de handelsbanken, die zich ontwikkelen tot
algemene banken, doordat zij ook het terrein
van de spaarbanken en de boerenleenbanken
gaan betreden bij het aantrekken van
middelen.
Het betreden van het terrein van het
spaarwezen hangt volgens Karsten samen met
de concurrentie tussen de handelsbanken
onderling. Daar de mogelijkheden om ten
aanzien van tarieven concurrentie te voeren
door onderlinge afspraken tussen de handels
banken zeer beperkt zijn, worden de banken
als het ware genoopt de concurrentie te
zoeken op het terrein van de andere finan
ciële instellingen.
Deze stellingen van Karsten zijn belangrijk.
Wanneer zij juist zijn weergegeven, drukken
zij niets minder uit, dan dat een bepaalde
mate van kartelvorming er toe leidt dat de
390