HET CONJUNCTUURBELEID IN DE E.E.G.
De grote economische en maatschappelijke
ontwrichting, die de depressie rond de jaren
dertig heeft veroorzaakt, bracht de noodzaak
van een actief conjunctuurbeleid duidelijk
aan het licht. De grote depressie gaf dan ook
een krachtige impuls tot het vormen van een
arsenaal van afweermiddelen tegen de onge
wenste gevolgen van schommelingen in de
conjunctuur. Niet alleen zijn deze afweer
middelen gesmeed ter voorkoming van de
golving in de conjuncturele ontwikkeling,
zowel in de richting van depressie als in die
van overspanning, doch tevens voor het
neutraliseren van de golven, zo deze zich on
verhoopt toch voordoen. De theoretische
economie (Keynes, Zweedse school) heeft het
arsenaal rijkelijk van wapentuig voorzien.
Dank zij de over het algemeen gunstige
conjuncturele ontwikkeling sedert het einde
van de tweede wereldoorlog, heeft zich de
noodzaak nog niet voorgedaan het wapentuig
in zijn geheel op zijn praktische slagvaardig
heid te toetsen. Wel sloeg in de westerse
industrielanden de balans op gezette tijden
door, hetzij in de richting van een kleine
depressie, waarvoor de naam recessie ge
bruikelijk is, hetzij in de richting van een
oververhitting van de hoogconjunctuur. Deze
onevenwichtigheden hebben derhalve volop
de gelegenheid geboden, zij het op bescheiden
schaal, althans de kleinere afweerwapens in
stelling te brengen.
De toepassing van het conjunctuurbeleid
heeft de grote positieve waarde ervan voor
de nationale welvaart doen beseffen.
Maar daarentegen zijn ook de zwakke
zijden in het beleid aan de dag getreden.
Vooral de timing en dosering, het op het
juiste ogenblik en in de juiste mate toepas
sen van het instrumentarium biedt nog veel
moeilijkheden. Ook blijken politieke wense
lijkheden de toepassing wel te belemmeren,
bijv. belastingverlaging ten tijde van hoog
conjunctuur.
Beide omstandigheden, de positieve en de
negatieve, maken dat het conjunctuurbeleid
door de nationale regeringen met grote be
hoedzaamheid wordt gekoesterd. Dit beleids
instrument zou dan ook slechts door een
nationale regering uit handen kunnen worden
gegeven, wanneer de zekerheid bestaat, dat
de behartiging van de welvaartsbelangen van
de bevolking, waarvoor deze regering ver
antwoordelijk is, gewaarborgd is.
Is hiervan sprake bij de E.E.G.:'
Het Verdrag van Rome voorziet in de in
stelling van één gemeenschappelijke markt
met een tussen de zes lid-staten vrij verkeer
van goederen en diensten, arbeid en kapitaal.
De zes markten versmelten dus tot één ge
meenschappelijke markt, evenwel zonder dat
de zes landen opgaan in één land. Hun
soevereiniteit blijft in principe bewaard en
hierbij ook hun verantwoordelijkheid inzake
het sociaal-economisch beleid, het conjunc
tuurbeleid incluis, voor zover het hun grond
gebied betreft.
Hier ligt de mogelijkheid van een conflict
situatie! Het gevaar is namelijk geenszins
denkbeeldig, dat de regeringen in hun natio
nale verantwoordelijkheid in geval van
conjuncturele nood weer op hun nationale
grenzen terug zullen (moeten) vallen, het
geen het bouwwerk van de Euromarkt in zijn
grondvesten zou aantasten. Het behoeft dan
ook geen betoog, dat dit geschraagd zal
moeten worden door een bepaalde mate van
gemeenschappelijk sociaal-economisch beleid.
En dit geldt evenzeer voor de conjunctuur-
politiek, waartoe wij ons hier beperken. Maar
van haar kant zal de ontwikkeling van de
gemeenschappelijke markt, door het ver-
het conjunctuurbeleid ah kostbaar welvaartsinstrument
de relatie van conjunctuurbeleid lot de Europese Economische Gemeenschap
welke aanknopingspunten geeft het Verdrag van Rome
hoe liggen de kaarten van een gemeenschappelijk conjunctuurbeleid
385