Lagere overheid heeft voorrang Uit de Mil joenennota valt duidelijk op te maken, dat de minister van Financiën er doelbewust naar streeft de ruimte op de kapi taalmarkt in de eerste plaats voor de lagere overheid te reserveren. Geheel in dit streven past het, dat buitenlandse emissies op de Amsterdamse leningmarkt niet zullen worden toegestaan, zolang de aangegeven sanering van de gemeenteschuld niet haar beslag zal hebben gekregen. Voor de aangegeven doeleinden van cen trale en lagere overheid zal ongeveer 1300 miljoen benodigd zijn. Hiermede zullen geen exorbitante eisen aan de leningmarkt worden gesteld, in aanmerking genomen, dat in 1959 van overheidswege een bedrag van in totaal 1400 miljoen aan openbare leningen werd uitgegeven en tot dusverre dit jaar rond 1100 miljoen door het Rijk en de Bank voor Nederlandsche Gemeenten tezamen werd ge- emitteerd zonder dat zulks met een verstoring van het marktevenwicht gepaard is gegaan. De rentestand Wat zijn nu de vooruitzichten voor de rentestand tegen de geschetste achtergrond? Zoals wij hebben gezien zal de van overheids wege te verwachten leningactiviteit geen bijzondere spanningen kunnen teweeg bren gen. Deze middelen kunnen gemakkelijk uit het nieuw gevormde spaarkapitaal worden verkregen, temeer daar de leningactiviteit van het particuliere bedrijfsleven de laatste jaren van zeer bescheiden proporties blijft. Een zeer belangrijke factor voor de be stendiging van een betrekkelijk laag rentepeil vormt de deviezenreserve, die de handels banken in het buitenland hebben opgebouwd. Bij een hier te lande optredende verkrapping kan immers op die buitenlandse saldi worden teruggevallen, waardoor een stijging van de rente, die anders zou zijn ingetreden, achter wege zal blijven. De tlollarstroom In de thans afgesloten maand hebben op grote schaal terugtrekkingen van dollarsaldi naar Nederland plaatsgehad. Deze kapitaal stroom werd in het bijzonder gestimuleerd door de verlaging der geldmarktrente in de Verenigde Staten. In hetzelfde licht kan men ongetwijfeld zien de regelmatige omzettingen van aan zienlijke dollarbedragen in goud door de Nederlandsche Bank. Deze laatste kan zich bovendien geen enkel vermijdbaar risico ver oorloven en streeft er daarom in het alge meen naar een groot deel van haar valuta positie in het gele metaal te transformeren. Het is kenmerkend voor de jongste monetaire ontwikkeling, dat in september de goud- en deviezenreserves van de Neder landsche Bank met niet minder dan 306 miljoen zijn toegenomen, waarvan 245 mil joen in goud, en dat de goudvoorraad van onze centrale bank nu reeds 86 van haar totale monetaire reserves uitmaakt. Het zal duidelijk zijn, dat de uit de Ver enigde Staten toegevloeide deviezen hun spiegelbeeld vinden in een stijging van de liquiditeiten, aangezien immers de dollar bedragen door de particuliere banken tegen guldens aan de Nederlandsche Bank worden verkocht. Kenmerkend voor de krachtige positie waarin de schatkist verkeert is wel, dat het tegoed van het Rijk, hetwelk einde augustus jl. tot een dieptepunt van 166 miljoen was gedaald, volgens de laatste weekstaat van de thans afgesloten maand, namelijk per 26 september, reeds weer tot 506 miljoen was gestegen. Hierin weer spiegelt zich tevens de in deze tijd van het jaar aanzwellende stroom van belastingbe talingen. Tegelijkertijd beschikken de parti culiere banken over een tegoed van 764 miljoen of 200 miljoen meer, dan volgens de dekkingsverplichting thans bij de Neder landsche Bank door het bankwezen moet worden aangehouden. Een paar gemeenten zijn tot introductie ter beurze van obligatieleningen, die op grond van het rentegamma niet voor rechtstreekse openbare inschrijving in aanmerking kwamen. De marktverhoudingen zijn namelijk zodanig, dat voorshands voor 4V4 rentende lenin gen, die volgens de voorschriften van het rentegamma worden uitgegeven, d.w.z. niet beneden 99 °/o, geen opnemingsvermogen be staat. In dit verband merken wij volledig heidshalve op, dat de officiële emissievoor schriften ten aanzien van onderhandse leningen bepalen, dat deze niet beneden een koers van 100 °/o mogen worden afgesloten. Opmerkelijke introducties 382

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 22