BANK-NOTEN Tal van lokale banken hebben een dus danige ontwikkeling meegemaakt, dat de kassier het niet meer alleen afkan. Er is hulp bijgekomen en daarbij tevens het vraagstuk van de werkverdeling. Nu is dat vraagstuk niet zo erg moeilijk en als regel vindt de taakverdeling vrijwel ge ruisloos plaats. Voor ons blijft echter de belangrijke vraag: wie helpt er aan het loket? Sommige kassiers achten de boekhouding dermate primair, dat ze deze gaarne volledig zelf in de hand houden en de bediening aan de „balie'' liever overlaten aan hun assis tente). Er zijn cns voorbeelden bekend, dat dit een goede oplossing kan worden genoemd en ook aller voldoening heeft. In die gevallen kan de bediende uitstekend met mensen omgaan, hij (zij) is behulpzaam en terzake kundig en dikwijls zit de kassier zo dicht bij de hand, dat hij onmiddellijk kan bijspringen als het moet. De cliënten zijn tevreden met deze gang van zaken omdat hun belangen goed worden gediend en. wat niet minder belangrijk is, men behoeft niet meer lang te wachten. Maar even goed kennen we de voorbeel den, dat het loketwerk wordt overgelaten aan een aankomende hulp, die daarvoor eigenlijk niet voldoende capabel is. De „hulp" is van weinig dingen op de hoogte en moet telkens weer naar de kassier om te vragen hoe dit of dat moet worden geregeld. Intussen staat de cliënt maar te wachten en zijn oordeel over de bank wordt niet be paald gunstig beïnvloed. Naar onze mening is het z.g. loketwerk belangrijk, in zeker op zicht zelfs belangrijker dan de boekhouding. Aan het loket wordt een zakelijk contact onderhouden met het publiek en feitelijk zou geen poging nagelaten moeten worden om dat contact zo prettig, zo vlot, zo snel en zo deskundig mogelijk te laten verlopen. De bank in zijn meest directe betekenis is dat kleine plekje waar getekend wordt, waar het geld wordt uitgeteld en waar vier handen bijeenkomen om bepaalde formaliteiten af te wikkelen. De boekhouding is de onmisbare registratie van deze handelingen, doch het werk van mensen tot mens, dat aan de balie geschiedt, mag toch wel van primaire betekenis worden genoemd. Daarom dient de meest geschikte kracht te worden aangewezen voor dit werk. Bij de kleinere banken zal dat als regel de kassier zelf zijn, bij de grotere banken met een ruime personeelsbezetting zullen één of meer goede krachten voor het loketwerk moeten worden opgeleid. In ieder geval mag het loketwerk onze volle aandacht hebben en de man, die dit goed doet verdient alle waardering. Door zijn toedoen kan de bank een goede naam verwerven, hetgeen een verbetering van de zakelijke resultaten tot gevolg kan hebben. Op de Coöperatieve Zuivelbank te Alk maar is men, van de directeur tot de jongste bediende, erg trots op het resultaat van één der personeelsleden. Dit is Lineke Majolée, die tijdens de Olympische Spelen in Rome Nederland vertegenwoordigde. Zij was één van de zes turnsters, die na zorgvuldige selecties, uitgezonden werden. WIE HELPT ER AAN HET LOKET VAN DE ZUIVELBANK NAAR ROME 376

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 16