mogelijk is). Ook voor enkele andere typische Noordhollandse tuinbouwprodukten, zoals bieten, plantuien en winterpeen verwacht men lage prijzen en doordraai. Overigens neemt juist de laatste weken de aanvoer op de groenteveilingen enigszins af. Door het weinig zomerse weer, met betrekke lijk koude nachten, wordt het rijpingsproces vertraagd en valt de produktie, b.v. van bonen, uiteindelijk nog tegen. Als gevolg hiervan zijn de prijzen voor enkele produkten de laatste weken weer aangetrokken. De produkten van glascultuur in het West- land vooral tomaten en komkommers weten zich goed te handhaven. De export naar Duitsland blijft zich gunstig ontwikke len. Hoewel de druif de laatste jaren aan betekenis heeft ingeboet, blijken er toch nog wel kansen op de exportmarkt voor dit hoog waardige produkt. De glastuinbouw, die zich in belangrijke mate onafhankelijk kan maken van weersinvloeden en die steeds meer ge lijkenis gaat vertonen met een industriële produktie, blijft zich daardoor gunstig ont wikkelen. De moderne glascultuur vraagt echter grote investeringen: volgens deskun digen zou in het seizoen 19591960 niet minder dan 50.000.000,in deze bedrijven zijn geïnvesteerd! Fruitteelt Voor het fruit zijn de oogstverwachtingen in vrijwel alle landen van Europa gunstiger dan het vorige jaar. In Duitsland wordt de appeloogst b.v. geraamd op 2 miljoen ton, vergeleken met 850.000 ton in 1959. Neder land zal daardoor veel moeilijker kunnen exporteren, temeer omdat ook Italië over een grote oogst beschikt. Wat betreft de kwaliteit verwacht men, door de zware dracht van het gewas, veel kleine maten terwijl het fruit onvoldoende op kleur zal komen tengevolge van de som bere weersomstandigheden. Dit betekent dat de binnenlandse markt wellicht zal worden overvoerd met minder goede kwaliteit, welke daarbij tevens een groter aanbod van allerlei fruit kan ontmoeten, in verband met de libe ralisatie van de fruitinvoer in ons land per 1 juli j.1. Momenteel komen reeds appelen uit Italië en uit België aan de markt. Melkproduktie De grasgroei is door de vele regens gunstig beïnvloed; de boeren zwemmen in het gras, er is een grote overvloed. Het gevaar is daar door aanwezig dat het gras te oud en te grof wordt. Door inkuilen kan een grote winter voorraad worden aangelegd. Bovendien is er dit voorjaar veel hooi gewonnen, voor een groot deel van goede tot zeer goede kwaliteit. Voor het „op peil houden" van de melk produktie is derhalve ook deze winter vol doende voer beschikbaar. De goede stand van het grasland, alsmede de gunstige conditie van het melkvee dat betrekkelijk vroeg in de wei kwam waren reeds belangrijke oor zaken voor een hogere melkproduktie. De door de veehouders in het eerste halfjaar van 1960 aan de zuivelfabrieken geleverde hoe veelheid melk bedroeg dan ook 12 meer dan in het eerste halfjaar van 1959. De stijging van de melkproduktie, welke geen gelijke tred houdt met een vergroting van de afzetmogelijkheden het grote pro bleem in de Nederlandse landbouwpolitiek leidt er thans weer toe, dat per week onge veer duizend ton boter wordt opgeslagen, waardoor de regeringsvoorraden momenteel zo'n twintig duizend ton belopen. Niet alleen in Nederland, maar ook elders in de wereld stapelt de boter zich op in grote hoeveel heden, waarvoor men geen plaats meer weet. Wanneer wij echter in aanmerking nemen, dat in geheel Europa de melkproduktie een sterke stijging vertoont nl. in de O.E.E.C.- landen in de laatste tien jaar ongeveer 2,5 per jaar en in de E.E.G.-landen nog meer welke stijging groter is dan de toename van de consumptie, dan mag het toch als een grote prestatie worden beschouwd, dat de Nederlandse export van zuivelprodukten zich in het algemeen behoorlijk weet te hand haven. Export De waarde van de uitvoer van land- en tuinbouwprodukten, die in 1959 een record bereikte, blijft dit jaar tot nu toe een op waartse lijn vertonen. De agarische export bracht gedurende de eerste vijf maanden van 1960 rond een kwart miljard gulden meer in het laatje dan in de overeenkomstige periode 332

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 8