KRONIEK YAN LAND- EN TUINBOUW de nutuur speelt de boer weer parten: de oogst is vertraagd en de kwaliteit bedorven door aanhoudende regens. Recordoogst suikerbieten. ruime oogst van groenten en fruit. overvloedige grasgroci: stijgende melkproduktie. export blijft zich gunstig ontwikkelenlandbouwintegratie bedreigd door Duitsland. waarde agrarische produktie gestegen tot ti.5 miljard gulden. Het boeren is een riskant vak. Ook al zal de agrariër van 1960 die de beste teelt methoden toepast, gebruik maakt van de nieuwste resultaten van het landbouwkundig onderzoek en zijn gehele bedrijfsvoering op moderne leest weet te schoeien zich nog zo inspannen de opbrengst op te voeren en de kwaliteit te verbeteren, toch zal hij telkens weer ervaren dat hij de produktie niet in de hand heeft. De zo wisselvallige natuur speelt de land- en tuinbouw maar al te vaak parten. Deze zomer vormt daarop geen uitzondering. Integendeel! Was 1959 gekenmerkt door de droge en warme zomer, met verschroeide weiden en akkers met misoogsten, 1960 daar entegen bracht een zomer met veelvuldige en overvloedige regens, vooral in de oogsttijd. Akkerbouw Hoewel het klimaat zich aanvankelijk gunstig heeft ontwikkeld en de stand van de gewassen een grote oogst beloofde, heeft de regen van de laatste maanden de goede oogstvooruitzichten, vooral voor de granen, weer grotendeels teniet gedaan. Door de ongunstige weersomstandigheden is de oogst niet alleen belangrijk vertraagd, maar konden zelfs vele percelen niet meer worden gemaaid, omdat doorwas optreedt, terwijl het in hokken staande graan geen ge legenheid krijgt droog te worden en veelal in ernstige mate schot vertoont. De klets natte gemaaidorste percelen stellen hoge eisen aan de beschikbare droogcapiciteit. Afgezien van de slechte kwaliteit worden overigens van enkele gewassen hoge op brengsten verkregen. De totale tarwe-oogst wordt zelfs nu nog geraamd op een record- omvang van 600.000 ton. Wanneer niet zo veel schot zou zijn opgetreden, zou bij een dergelijke oogst een felle strijd moeten wor den gestreden tot verhoging van het z.g. bijmengingspercentage, dat in Nederland be langrijk lager is dan in de ons omringende landen. Nu zal wel een belangrijk kwantum inlandse tarwe in de voersector moeten wor den aangewend; de invoer van voertarwe werd dan ook reeds stopgezet. De grote aanvoer van te natte granen leidt tot een druk op de markt; het prijspeil kan daardoor niet op het in het vooruitzicht ge stelde niveau worden gehandhaafd. Ook de kwaliteit van andere akkerbouw- produkten zoals erwten en vlas laat, door het natte weer, veel te wensen over. Aangezien vooral bij deze produkten een slechte kwaliteit ook slecht betaald wordt, moet de boer veelal met een betrekkelijk lage prijs genoegen nemen. Gezien de vele moeite en de hoge kosten verbonden aan het bergen van de oogst betekent dit, dat de financiële resultaten van oogst 1960 waarschijnlijk min der gunstig zullen zijn. De suikerbieten beloven een record-oogst, hetgeen de boer echter geen extra-voordeel oplevert. De fabrieken moeten reeds zeer vroeg in het seizoen beginnen met de ver werking van de bieten met hoge premies voor vroegtijdige levering om de campagne zo mogelijk nog voor de Kerst te kunnen be ëindigen. De grote oogst, gevolg van een groot areaal en hoge opbrengst hoewel het suikergehalte, door gebrek aan zonneschijn, betrekkelijk laag blijft levert een totale suikerproduktie welke de binnenlandse con sumptie in belangrijke mate overschrijdt. In het kader van het landbouwbeleid betekent dit, dat het meerdere wordt gewaardeerd tegen de lage prijs van de internationale overschottenmarkt waardoor de boer moet rekenen op een aanzienlijke korting op de bietenprijs. De grote oogst levert hier dus geen voordeel omdat deze gepaard gaat met een lagere prijs per eenheid produkt. 330

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 6