B. bedragen, welke zijn ingelegd in de loop
der drie maanden, voorafgaande aan het
tijdstip, waarop de aanspraak op spaar-
premie als bedoeld in het vorenstaande
(met name bij overlijden van een der
ouders of ter gelegenheid van het huwe
lijk van de deelnemer) ontstaat; de
maand, waarin aanspraak ontstaat, telt
voor een volle maand. Dat wil dus zeg
gen, dat op de datum van huwelijk van
de deelnemer en die van overlijden van
een ouder gelet moet worden. Op die
datum ontstaat namelijk aanspraak op
spaarpremie.
De nota van toelichting geeft hierop het
volgende commenaar: „Teneinde uit te slui
ten, dat spaarders vlak voor het ontstaan van
een aanspraak op spaarpremie nog bedragen
storten om vervolgens daarover terstond
premie te ontvangen, is bepaald, dat gelden,
langer dan drie maanden vóór het ontstaan
van de aanspraak gestort, wel in aanmerking
komen voor premiëring, de later gestorte
gelden echter niet meer."
Wij kunnen ons voorstellen, dat men het
wel wat ver gezocht zal vinden, dat een deel
nemerteneinde maximaal een paar tientjes
extra als premie te kunnen incasseren gel
den gaat storten, omdat hij het overlijden van
een ouder verwacht.
Op het reeds genoemde formulier 327 be
hoort dus als bedrag, waarvan uitbetaling
verzocht wordt, vermeld te worden het be
drag, dat voor premiëring in aanmerking
komt en niet het totale bedrag, dat opgeno
men wordt. De gekweekte rente komt altijd
voor premie in aanmerking.
Zoals bekend behoeft in de hier besproken
(beide) gevallen niet het gehele bedrag op
genomen te worden. Er moet in ieder geval
enig tegoed b.v. 1,blijven staan op de
jeugdspaarrekening, teneinde de desbetref
fende overeenkomst in stand te houden. Op
31 december van dat jaar zal echter minstens
30,saldo aanwezig moeten zijn plus de
in dat jaar gekweekte rente.
Uit het bovenstaande kan dus opgemaakt
worden in welke gevallen een deelnemer
resp. per heden en in het jaar 1961 aanspraak
op spaarpremie kan maken. Dezelfde aan
spraak bestaat ook in de door ons ge
noemde twee gevallen indien een deel
nemer overleden is.
Het tegoed van een deelnemer en de
premie, voor zover daarop aanspraak bestaat,
kunnen na zijn overlijden worden uitbetaald:
a. indien hij ongehuwd en jonger dan
18 jaar was, aan zijn wettelijke vertegen
woordiger;
b. indien hij gehuwd was, aan zijn echtge
note, tenzij binnen een maand na het
overlijden aan de spaarbank bezwaren
hiertegen zijn kenbaar gemaakt. Het is
dus aan te bevelen de betaling in dit ge
val een maand op te schorten.
Van hem, die uitbetaling verlangt, kan
overlegging van een verklaring van erfrecht,
af te geven door de kantonrechter of een
notaris, worden gevorderd.
Op 27 oktober zal het 50 jaar geleden zijn, dat
de Coöperatieve Boerenleenbank „Grijpskerk"
(Gr.) werd opgericht.
Deze dag valt dermate gunstig, dat de Raif-
feisenweek, die eraan voorafgaat benut kan
worden voor een stevige spaaractie. Doch in
feite is er al een aanvang gemaakt met de
jubileumviering. Begin september was er nl.
een middenstandstentoonstelling, waar de bank
aan deelnam met een stand. Bovendien werd
een grote tent gehuurd om de schooljeugd te
onthalen op een feestelijke middag ter inleiding
van de jubileumviering. Bijna 600 kinderen
waren aanwezig, die zich enkele uren uit
nemend vermaakt hebben.
Prompt daarop werd een begin gemaakt met
een kleurwedstrijd, waaraan alle kinderen
konden meedoen, dank zij de toepassing van
zes verschillende kleurplaten. Het was een
flinke start voor dit bankjubileum, dat op deze
wijze in alle gezinnen bekend wordt.
352
GRIJPSKERK 50 JAAR