WENKEN VOOR KASSIERS Sommige kassiers beginnen zich af te vragen of er vandaag of morgen niet eens een deelnemer aan de jeugdspaarregeling bij de bank zal komen binnenlopen om uitbe taling van premie te verzoeken. Dit zal dan in ieder geval schriftelijk dienen te geschie den (teneinde zowel voor de spaarbank als voor de deelnemer elke twijfel uit te sluiten, dat premie-opneming bedoeld wordt) door gebruik te maken van formulier 327, ver krijgbaar bij de materiaal-afdeling van de Centrale Bank. Naar aanleiding hiervan merken wij op, dat de aanspraak op spaarpremie thans alleen mogelijk is bij de opneming van tegoed bij overlijden van een der ouders van de deel nemer (art. 8 sub lb jeugdspaarwet), indien de jeugdspaarovereenkomst langer dan één spaarjaar loopt. De opneming moet dan plaats vinden binnen een jaar na het over lijden. Aangenomen wordt, dat de jeugd spaarovereenkomst reeds gesloten moet zijn, voordat bedoeld overlijden heeft plaats ge vonden. De aanspraak op premie bij de opneming van tegoed ter gelegenheid van het huwelijk van de deelnemer (art. 8 sub la) komt op zijn vroegst ter sprake in het jaar 1961, omdat dit artikel hieraan als beperkende bepaling ver bindt, dat ten minste drie spaarjaren voltooid moeten zijn (d.w.z. dat sedert de eerste stor ting drie oudejaarsavonden verstreken moeten zijn), terwijl in dit geval opneming van het tegoed binnen een jaar na het huwe lijk moet geschieden. Wij herinneren eraan, dat de jeugdspaar wet in werking is getreden op 1 oktober 1958. Men zal er wel op moeten toezien, dat niet altijd 10 van het opgenomen bedrag als premie mag worden uitgekeerd. Voor de be rekening van spaarpremie komen nl. niet in aanmerking (art. 10 sub la en b): A. het tegoed, voor zoveel dat gekweekt is in de loop van een niet voltooid spaar jaar; Op 13 juni jl. bereikte de spaarbank van de Coöperatieve Boerenleenbank „Tholen" een totaal tegoed van 3 miljoen. Dit feit werd in een gecombineerde vergadering van bestuur en raad van toezicht gememoreerd, waarbij ook werd uitgenodigd de heer W. J. Geluk met zijn gezin. De heer Geluk had namelijk het geluk de 3 miljoen vol te maken met een spaarstorting. De heer B. G. Friderichs sprak als voorzitter van het bestuur zijn gelukwens uit. Daarbij werd aan de beide kinderen van de familie Geluk een spaarboekje met gratis in leg uitgereikt. De spaarbank stond in 1950 op één miljoen gulden, in 1957 werd de 2 miljoen bereikt en in versneld tempo is het dus naar de 3 mil joen gegaan. Veel geluk voor de familie Geluk te Tholen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 27