tarief niet bepaald zijde te spinnen viel, blijkt reeds dadelijk uit het feit dat de notering voor daggeld dagelijks opvraagbare lenin gen, die banken en discontohandelaren elkaar verlenen ten minste IV2 bedraagt. In totaal hebben de banken echter nog 126 miljoen van dat papier opgenomen. Het be treft hier schatkistpapier, dat rechtstreeks uit de portefeuille van de Nederlandsche Bank is gekomen. De schatkist zelf heeft hiervan dus geen weet gehad, ten minste niet wat de opbrengst be treft. Bij de aflossing van het schatkistpapier zal het rijk echter wel over de brug moeten komen en de tegenwaarde aan de banken moeten fourneren. Daartegenover kan de schatkist dan echter op grond van een des betreffende overeenkomst weer een zelfde bedrag aan schuldpapier bij de Nederland sche Bank plaatsen. Het op 22 september vervallende bedrag zal dan de bankkassen versterken, hetgeen in verband met de dan ingaande nieuwe kas- reserveperiode, waarin belangrijke belasting betalingen aan het rijk moeten plaats hebben, zeer te stade zal komen. Dit brengt ons thans tevens op de positie van de schatkist. Volgens de weekstaat van de Nederland sche Bank, afgesloten per 29 augustus, was het tegoed van het Rijk tot een dieptepunt van 166 miljoen gedaald. Over het algemeen is het tegoed van het Rijk dit jaar veel hoger geweest. Men moet tot 25 januari j.1. terug gaan om een nog lager saldo aan te treffen; toenmaals was het 147 miljoen, doch daarna werd 's Rijks kas, zoals men weet, tweemaal achter elkaar versterkt door de uit gifte van 4V2 °/o obligatieleningen, telkens tot een bedrag van nominaal 300 miljoen. De totale leningbehoefte van het Rijk was in de Miljoenennota van het vorige jaar op 526 miljoen geraamd en zoals wij de vorige maal reeds opmerkten, ziet het er naar uit, dat de Staat het daarmee inderdaad zal kun nen redden. De nieuwe Miljoenennota, die op 20 september aan het parlement zal wor den voorgelegd, zal daaromtrent stellig nadere gegevens bevatten. Voor zover men thans kan vaststellen, zullen de aanzien lijke belastingbetalingen, die in de laatste maanden van het jaar altijd plaats vinden, echter zoveel middelen naar de schatkist overhevelen, dat in de financiële behoeften van dit jaar gemakkelijk zal kunnen worden voorzien. De emissiebedrijvigheid Het Rijk heeft dus ruim baan gelaten aan andere gegadigden in de overheidssector en particuliere sector. Deze laatste heeft daar van echter slechts op geringe schaal gebruik gemaakt, terwijl de lagere overheid zich evenmin aan een buitengewone emissie activiteit te buiten is gegaan. De op 6 augustus tegen 99V2 uitgegeven 4V2 lening van de Bank voor Nederland sche Gemeenten werd weer sterk overtekend en dit is voor deze instelling aanleiding ge weest op 30 augustus de vijfde lening van dit jaar op stapel te zetten. De voorwaarden van deze laatste waren gelijk aan die van de voorgaande lening, dus wederom een rente- BANKNOTEN Doetinchem Van de Coöp. Raiffeisenbank te Doetinchem komt de mededeling, dat op 25 augustus 1960 een totaal tegoed van 8 miljoen werd bereikt. Als we weten, dat de bank op 31 december 1957 nog op 4,8 miljoen stond, dan is de aanwas wel snel verlopen. Streefkerk Op 29 augustus werd bij de Coöperatieve Boe renleenbank „Streefkerk en Nieuw Lekkerland" de 3 miljoen volgemaakt. Ook daar een fees telijk moment met de uitreiking van een flinke extra inleg. Op 1 juni 1955 stond het totaaltegoed op IV2 miljoen, zodat in ruim vijf jaar tijds de inleg werd verdubbeld. Wij bieden ook deze bank gaarne onze geluk wensen aan. Uithoorn In anderhalf jaar tijds een aanwas van een miljoen in de spaarbank mag op zijn minst bevredigend worden genoemd voor een bank met een inleg van 3 miljoen. Aldus is „Uithoorn" precies op 1 september op een tegoed van 4 miljoen gekomen. Natuurlijk is dat feit gememoreerd en de spaarder, die de bank over de drempel hielp, ontving een flinke extra bijschrijving op zijn boekje. De schatkistpositie 346

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 22